OP | Fysiotherapie voor hallux rigidus

OP

Bij therapieresistente klachten een vergevorderde hallux rigidus of een ernstig beperkt looppatroon, wordt een chirurgische ingreep aanbevolen. Er zijn verschillende benaderingen die aan de patiënt moeten worden aangepast. Cheilectomie wordt aanbevolen voor patiënten bij wie de gewrichtsfunctie ernstig wordt beperkt door botaanhechtingen (osteofyten).

De osteofyten kunnen worden verwijderd en irritatie van de omliggende structuren kan worden verholpen. Bij een gewrichtsherpositionerende osteotomie wordt operatief getracht de gewrichtsmechanica zoveel mogelijk te herstellen. De gewrichtsassen kunnen worden verschoven, hulpstukken en schuurproducten kunnen worden verwijderd zodat het gewricht zo fysiologisch mogelijk kan werken. In ernstige gevallen kan een kunstmatige artrodese (verstijving) worden uitgevoerd, die de beweeglijkheid van de gewrichten volledig elimineert, maar meestal pijnloos lopen mogelijk maakt. Het gebruik van kunstmatige gewrichtsvervanging voor de metatarsofalangeale gewricht van de grote teen is controversieel.

Samengevat

Hallux Rigidus is een degeneratieve ziekte van de metatarsofalangeale gewricht van de grote teen, die vaak wordt veroorzaakt door artrose in het gewricht en kan leiden tot verstijving van het gewricht. Het leidt ook tot veranderingen in het omliggende weefsel. De gezamenlijke capsule wordt minder beweeglijk, spieren atrofie, benige aanhechtingen aan het gewricht belemmeren fysiologisch rollen en glijden, wat de beweeglijkheid van het gewricht verder beperkt.

In de laatste fase wordt gewrichtsmobiliteit volledig geëlimineerd. Het gewricht is stijf. Dit wordt gevolgd door veranderingen in het looppatroon omdat de metatarsofalangeale gewricht van de grote teen speelt een enorm belangrijke rol bij de afrolbeweging.

Langdurige beschermende houdingen kunnen andere structuren, zoals de knie of heup gewricht. De therapie moet daarom zo vroeg mogelijk beginnen. De therapie wordt meestal in eerste instantie conservatief uitgevoerd met behulp van fysiotherapeutische mobilisatietechnieken, spalken, orthopedisch schoeisel (veer) of verband.

Het gebruik van doses van pijnstillers kan nuttig zijn. Als pijn therapieresistent is of het looppatroon ernstig beperkt is, kan een operatie (cheilectomie, herpositionering van osteotomie of artrodese) de symptomen verbeteren.