Onderzoek van het evenwichtsorgaan | Het gevoel voor evenwicht

Onderzoek van het evenwichtsorgaan

Er zijn verschillende tests om te controleren het orgaan van evenwicht. Voor experimentele tests van het vestibulaire orgaan wordt het oor telkens met warm en koud water gespoeld. De patiënt ligt op zijn rug met de zijne hoofd licht verhoogd.

De ogen moeten gesloten zijn om oriëntatie in de kamer te voorkomen. Irrigatie met warm of koud water veroorzaakt beweging van de endolymfe in het vestibulaire orgaan. Een gevoel van duizeligheid en een lateraal gevoel spiertrekkingen van de ogen (nystagmus) wordt geactiveerd. Als het vestibulaire orgaan niet beperkt is in zijn functie, beweegt het oog naar het geïrriteerde oor tijdens irrigatie met warm water en in de tegenovergestelde richting tijdens irrigatie met koud water.

Afwijkingen van deze fysiologische bewegingen duiden op verschillende aandoeningen in het binnenoor.

  • In het Romberg-experiment staat de patiënt in de kamer met gesloten ogen en horizontaal gestrekte armen. De onderzoeker beoordeelt de veilige stand van de patiënt en de neiging tot vallen.
  • Bij de Unterberger-traptest moet de patiënt ook ter plaatse lopen. Ook hier wordt de neiging om achterover of zijwaarts te vallen beoordeeld.

Hoe kun je je evenwichtsgevoel trainen?

Vergeleken met onze andere zintuigen, het gevoel van evenwicht kan heel goed worden getraind. Het beste voorbeeld hiervan wordt gegeven door kinderen in de loop van hun ontwikkeling. Terwijl ze bij hun eerste pogingen om te lopen keer op keer vallen, slagen ze er op een gegeven moment in een veilige manier van lopen te ontwikkelen.

De reden hiervoor is constant oefenen en vallen en opstaan. Dit vermogen om ons gevoel van te verbeteren evenwicht blijft ons hele leven. Het gevoel van evenwicht bestaat uit drie componenten.

Deze omvatten het orgaan van evenwicht in het binnenoor, de visuele invloeden van de ogen en de proprioceptoren van onze gewrichten. Om te trainen het gevoel voor evenwichtmoeten deze drie systemen tegen elkaar worden aangevochten. De meeste oefeningen kunnen staand worden uitgevoerd.

U kunt bijvoorbeeld proberen om op een te gaan staan been zonder om te vallen. Het lichaam moet zich aanpassen aan de nieuwe omstandigheden door er gewicht op te verplaatsen been. Dit wordt gedaan door minimale wijzigingen in het enkel gewricht of door bewegingen met de armen te balanceren.

De oefeningen kunnen naar eigen inzicht worden gevarieerd en aangepast. U kunt uw bovenlichaam naar voren buigen, uw knieën buigen of cirkelen met uw armen. Het is ook mogelijk om uw ogen te sluiten.

Dit elimineert de feedback van onze ogen, waar we ons precies in de kamer bevinden. Dit maakt het voor het lichaam moeilijker om zijn evenwicht te bewaren. Een ander voorbeeld is het balanceren op muren, stoepranden of touwen. In principe geldt het motto "Oefening baart kunst". Hoe vaker je je lichaam in nieuwe posities brengt en daardoor zijn evenwichtsgevoel oproept, hoe beter en sneller het met deze nieuwe situaties om kan gaan door nieuw aangeleerde bewegingssequenties.