Nazorg
Na behandeling van een ovariumtumor (ovariumcarcinoom) moeten regelmatig vervolgonderzoeken worden uitgevoerd. In de eerste twee jaar na de behandeling moet de patiënt om de drie maanden worden gecontroleerd, in het derde tot en met het vijfde jaar na de behandeling om de zes maanden en vanaf het vijfde jaar na voltooiing van de behandeling elk jaar. In het bijzonder moet de patiënt zelf ook opletten of problemen met de spijsvertering, ernstige gewichtsveranderingen of een toename van de buikomtrek optreden.
Een aanzienlijke prestatieverlies moet ook worden opgemerkt en gerapporteerd aan de behandelende arts. Bij de vervolgonderzoeken dient de patiënt gescand te worden op veranderingen in de buik en te klinken (ultrageluid echografie) na haar te hebben beschreven voorwaarde. Een onderzoek van de longen en a gynaecologisch onderzoek moet ook worden uitgevoerd.
De gynaecologisch onderzoek moet de vorm aannemen van een palpatie gevolgd door ultrageluid van de vagina (transvaginale echografie). De palpatie van de rectum is ook belangrijk. Tumormarkers zoals CA 125 spelen een belangrijke rol bij Grensverkeer het verloop van de ziekte. Als de tumormarker toeneemt, is het raadzaam om een computertomografie (CT) uit te voeren om mogelijke recidieven (hernieuwde tumorgroei) in een vroeg stadium op te sporen.
Alle artikelen in deze serie:
