Microscopische structuur | Twaalfvingerige darm

Microscopische structuur

De verschillende lagen van de twaalfvingerige darm in doorsnede komen overeen met die van de rest van de spijsverteringskanaal​ Van buitenaf is de twaalfvingerige darm is omgeven door bindweefsel (tunica adventitia), die beide bevat bloed en weefselvocht schepen​ Dit wordt begrensd door een spierlaag, de zogenaamde tunica muscularis.

Het bevat een buitenste longitudinale en een binnenste ringspierlaag, die de peristaltiek dienen. Tussen de twee spierlagen bevindt zich een zenuwplexus (plexus myentericus), die de gladde spieren en behoort tot de darm zenuwstelsel (enterisch zenuwstelsel). Een andere zenuwplexus wordt gevonden in de submucosale taenia die volgt op de tunica muscularis.

Dit is de submucosale plexus, die is ingebed in de losse bindweefsel van de submucosale laag. De binnenste laag is een slijmvlies (tunica slijmvlies), die verder kan worden onderverdeeld in drie verschillende sublagen. De binnenste laag van de twaalfvingerige darm wordt omzoomd door de lamina epithelialis mucosae.

Dit wordt gevolgd door een dun laagje bindweefsel (lamina propria mucosae), die op zijn beurt wordt bedekt door een afzonderlijke spierlaag van het slijmvlies (lamina muscularis mucosae). Maar wat is het verschil tussen de structuur van de twaalfvingerige darm en de andere delen van de spijsverteringskanaal​ Er zijn in principe twee verschillende kenmerken die kunnen worden gebruikt differentiële diagnose.

Enerzijds zijn er speciale Brunner-klieren in de tela submucosa, die alleen in de twaalfvingerige darm voorkomen en een stroperige vloeistof afscheiden, anderzijds vertoont het slijmvlies van de twaalfvingerige darm al macroscopisch opvallende uitstulpingen, die plicae circulares worden genoemd. Samen met villi en crypten, die bestaan ​​uit de Lamina epithelialis mucosae en de Lamina propria mucosae, dienen deze om het oppervlak van het lumen van de twaalfvingerige darm te vergroten. Dit zorgt voor een zeer efficiënte opname van voedseldeeltjes.

Bloedtoevoer

De bloed levering aan de twaalfvingerige darm wordt geleverd door twee grote takken van de aorta​ Ongeveer ter hoogte van de twaalfde thoracale Vertebrale lichaam, komt een vasculaire stam tevoorschijn de aorta (Truncus coeliacus), die een belangrijke rol speelt bij het leveren van de milt, lever, alvleesklier en maag​ Een tak van de Truncus coeliacus, namelijk de Arteria hepatica communis, geeft ook een vat af (Arteria gastroduodenalis).

Deze slagader voorziet voornamelijk de bovenste delen van de twaalfvingerige darm van bloed​ De onderste delen van de twaalfvingerige darm krijgen hun bloedtoevoer via het bovenste mesenteriale gebied slagader (Arteria mesenterica superior). Het is rechtstreeks afkomstig van de aorta abdominalis op het niveau van de eerste lumbale wervel​ Naast de twaalfvingerige darm, het superieure mesenteriale slagader geeft tevens toegang tot het geheel dunne darm en dikke darm tot aan de linker colonbuiging.