Maatregelen ter profylaxe van trombose

De maatregelen zijn afhankelijk van het risicoprofiel van het ontwikkelen van een trombose en op de bereidheid van de getroffen persoon om mee te werken (compliance).

Note

Algemene informatie over het onderwerp tromboseprofylaxe is te vinden op de homepage over het onderwerp: Tromboseprofylaxe

Mobilisatie

Een belangrijke risicofactor voor de ontwikkeling van een bloed stolsel is immobiliteit. Onbeweeglijkheid veroorzaakt de bloed de bloedstroom vertraagt, waardoor de neiging van het bloed om te stollen toeneemt. Het doel is dan ook om de bloed stroom, vooral de bloedterugstroom naar de hart-.

Onbeweeglijkheid heeft bijvoorbeeld invloed op hoe eerder de mobilisatie begint, hoe eerder het risico van trombose is verminderd. Mobilisatie stimuleert de bloedsomloop en activeert de spierpomp. Om de spierpomp goed te laten functioneren, moeten de veneuze kleppen intact zijn.

De aderen zijn ingebed tussen spieren, vooral in de extremiteiten. Tijdens spiercontractie wordt de spier korter en dikker, waardoor de ader. Als de veneuze kleppen intact zijn, kan het bloed maar in één richting stromen, namelijk terug naar de hart-.

  • Nachtkastjes,
  • Rolstoelgebruikers,
  • Mensen na een operatie,
  • Mensen met fracturen,
  • Mensen met (chronisch) pijn enz.

Opbergen

Een andere eenvoudige maatregel om veneuze terugkeer te bevorderen, is opslag. Als een patiënt bijvoorbeeld vanwege zijn of haar ziekte strikt bedlegerig is, kunnen de benen worden opgetild, bijvoorbeeld met een kussen, om de retourstroom te vergroten. Een hoek van ongeveer 20 ° wordt aanbevolen.

Dit is een eenvoudige en algemeen aanvaarde maatregel. Door de zwaartekracht kan de terugstroming met 20 - 30% worden vergroot. Hoogte is ook nuttig voor aandoeningen zoals breuken of verlamming. Dit geldt niet alleen voor de benen, maar ook voor de armen. Elevation mag niet worden gebruikt als de patiënt lijdt aan een ziekte die de bloedstroom belemmert (bijv. Arteriële occlusieve aandoening).

De aderen uitborstelen

Naast de andere maatregelen heeft het doorhalen van de aderen een ondersteunende werking. De been wordt iets opgetild en vervolgens doorgegeven aan een tweede persoon, bijv. verpleegkundige, fysiotherapeut, enz. Beginnend bij de hiel en bewegend naar de heup, de been wordt voorzichtig opgetild en uitgespreid door een tweede persoon, bijv. verpleegkundige, fysiotherapeut, enz., waarbij lichte druk wordt uitgeoefend.

Er wordt een contra-indicatie voor gegeven spataderen (varices). Er zijn drie opties voor veneuze compressie: Bij veneuze compressietherapie moet de druk in de periferie, dwz aan de voet, hoger zijn dan proximaal (richting de dij), omdat het bloed niet mag worden samengedrukt, maar de stroom moet worden bevorderd. Na het uitvoeren van veneuze compressie is het belangrijk om de bloedstroom onder controle te houden.

Als "tintelingen" of pijn optreedt, moet een arts worden geraadpleegd om de bloedstroom in de benen te regelen. Bovendien moet het type en de druk van de veneuze compressie zo worden gekozen dat er voldoende bloedtoevoer is. Ader compressie wordt vaak als onaangenaam ervaren en vereist een hoge mate van medewerking (compliance).

  • Antitrombose kousen
  • Steunkousen
  • Compressieverbanden door elastische bandages