Visuomotorische functie: functie, taken, rol en ziekten

Visuomotorische functie coördineert bewegingen van het lichaam en ledematen met signalen van het menselijk zicht. De ongestoorde interactie tussen de ogen en het motorsysteem is een fundamentele voorwaarde voor bijna elke reeks handelingen. Wanneer een ziende persoon bijvoorbeeld naar een object reikt, worden zijn handen bestuurd door het visuele zintuig in de hersenen. Deze coördinatie van visuele waarneming enerzijds en de acties van het bewegingsapparaat anderzijds is een onderdeel van de sensorimotorische functie, die het in elkaar grijpen van alle sensorische en motorische prestaties bij mensen omvat. Cruciaal voor de visuomotorische functie is oog-hand coördinatie.

Wat is visuomotorische functie?

Door middel van visuomotorische functie worden bewegingen van het lichaam en ledematen gecoördineerd met signalen van het menselijk zicht. Bij de ontwikkeling van het perceptuele vermogen van kinderen zijn visuomotorische prestaties van groot belang. In dit proces kunnen tal van mogelijke aandoeningen optreden, die vaak pas aan het licht komen als kinderen naar school gaan en maken leren min of meer moeilijk. Deze kinderen hebben moeite met het coördineren van hun dagelijkse bewegingen, kunnen verschillende zintuiglijke prikkels onvoldoende verwerken en tonen vaak buitensporige angst, agressiviteit of passiviteit ten opzichte van andere mensen en de directe omgeving. Kinderen kunnen hun visuele motorische vaardigheden bijvoorbeeld trainen door hun vaardigheden in de zogenaamde figuurbasiswaarneming te verbeteren. Dit omvat het herkennen van verborgen en elkaar kruisende figuren en het kunnen onderscheiden van hun respectievelijke achtergronden. Het is ook belangrijk om de zogenaamde perceptuele standvastigheid van de kinderen te ontwikkelen. Dit betekent bijvoorbeeld dat je specifieke eigenschappen van elk object onveranderd kunt herkennen onder veranderende kijkhoeken, ook al verschuiven de sensorische indrukken in de ogen afhankelijk van het perspectief. Dit vermogen is cruciaal voor de waarneming van geometrische vormen, ongeacht kleur, grootte en positie. Later zal het kind ook letters op deze manier kunnen herkennen, zelfs als ze in verschillende woorden of in verschillende lettertypen of handgeschreven letters voorkomen. Verder is de beleving van ruimtelijke positie erg belangrijk voor een normaal ontwikkeld kind. Puur ruimtelijk gezien beschouwt hij zichzelf als het centrum van zijn wereld en begint hij alle objecten te classificeren volgens hun respectieve positie ten opzichte van zichzelf. Nauw hiermee verbonden is de perceptie van de ruimtelijke relaties van twee of meer objecten met elkaar en met de eigen persoon van het kind. In de praktijk heeft het kind dit vermogen nodig, bijvoorbeeld bij het rijgen van kralen. Het is vereist om de positie van een kraal ten opzichte van de draad en van beide elementen ten opzichte van zichzelf waar te nemen en voortdurend opnieuw te definiëren. Afgezien hiervan zal het kind zijn oog-hand ontwikkelen coördinatie op een directe manier hier.

Functie en taak

In de complexe lichaamscoördinatie van een kind, de sensorische organen, de hersenen en het hele spierstelsel werkt samen. Van nature willen kinderen deze gecoördineerde vaardigheden oefenen door te spelen, klimmen, sporten, enz. Onregelmatigheden in dit coördinatievermogen of zelfs onwil om te bewegen zijn de absolute uitzonderingen en kunnen meestal heel creatief therapeutisch worden behandeld. Veel verbeteringen zijn op een speelse manier te realiseren. De behendigheid van de handen en vooral de schrijfbeweging (grafomotorische functie) behoren tot de meest veeleisende bewegingssequenties die mensen kunnen beheersen. In jeugd dit dynamische proces (vooral van het visuomotorische) kan heel levendig worden waargenomen; van het grijpen van de baby tot de penbegeleiding van het scholier. Deze ontwikkeling is voornamelijk gebaseerd op visuele waarneming, waarvan het kernorgaan het oog is. Het herkent visuele prikkels en maakt de doorslaggevende differentiaties door onderscheid te kunnen maken tussen dichtbij en veraf, diepten en kleuren. Zijn veelzijdige spieren houden het oog altijd in de juiste positie en zorgen voor een permanente mobiliteit en de nodige correctie van het visuele perspectief. In de hersenenwordt een concreet beeld gevormd uit de visuele indrukken van de twee ogen. Dit hangt af van andere sensorische systemen waarvan de informatie in de hersenen wordt verwerkt. Het visuomotorische systeem stelt mensen in staat om bewegingen te plannen en te combineren. Of het nu gaat om het vangen van een bal, het pakken van een glas of het perfectioneren van gecompliceerde technische reeksen van atletische disciplines, deze bewegingen volgen altijd hetzelfde patroon. Tegelijkertijd hebben visuele en motorische impulsen verschillende invloeden op de leren van bewegingen. Evenzo hebben ze hier invloed op leren proces op verschillende tijdstippen. Bewegingsleren door middel van visuele stimuli vindt grotendeels plaats onafhankelijk van motorische mechanismen en eigenaardigheden. In deze context, motorisch leren begint later en wordt in de loop van de tijd ook alleen maar belangrijker. Doelgerichte bewegingen bestaan ​​niet uit enkele deelbewegingen, maar uit veelvoudige reeksen. Elke beweging is een geordende reeks, bijvoorbeeld van verschillende stappen tijdens het lopen. Dit wordt vooral duidelijk bij sportieve bewegingen. Ze zijn complex samengesteld uit hun mechanische uitvoering en tegelijkertijd optische percepties. De sprinter mag de baan niet verlaten als hij wil winnen. Zo snel mogelijk zijn is niet genoeg voor hem.

Ziekten en kwalen

Onderzoek heeft aangetoond dat het cerebellum is vooral belangrijk voor het functioneren van de visuomotorische functie. Als er schade optreedt in de cerebellum, bijvoorbeeld als gevolg van een beroertewordt de visuomotorische activiteit merkbaar moeilijker. Wat al is geleerd, kan maar moeilijk worden teruggeroepen. Niet zozeer wordt de uitvoering van de bewegingssequenties verstoord, maar eerder de verwerking van de zintuiglijke prikkels. Dit effect is vergelijkbaar met de staat van dronkenschap. Alcohol heeft voornamelijk invloed op de cerebellum, daarom heeft een dronken persoon moeite om op de been te blijven.