Lager lichaamsvetpercentage

Introductie

De hoeveelheid lichaamsvet is afhankelijk van een aantal factoren zoals leeftijd, geslacht en lichaamsbouw. Een lichaamsvet percentage gedefinieerd als normaal ligt in het bereik van 8-20% voor jonge en gezonde mannen tot een leeftijd van ongeveer 40 jaar. Vrouwen hebben daarentegen een hoger percentage lichaamsvet. Jonge en gezonde vrouwen tot 40 jaar hebben een lichaamsvet percentage van 21-30%, wat als normaal wordt beschouwd. Als je het gewenste gewicht hebt bereikt, is het belangrijk om je gedragsverandering vast te houden, zodat het bekende 'jojo-effect' niet optreedt.

Lichaamsvet percentage

In vergelijking met mannen hebben vrouwen een hoger percentage lichaamsvet, meestal tussen de 21 en 30%. Voor mannen is dit beduidend lager met 8-20%. Vrouwen en mannen verschillen in de samenstelling van de weefseldelen van hun lichaam.

Dit resulteert onder andere in een ander totaal calorieverbruik. Vrouwen consumeren gemiddeld ongeveer 5-10% minder calorieën dan mannen. Er zijn ook genderspecifieke verschillen in de motivatie om af te vallen.

Een vrouw valt veel vaker uit eigen beweging af dan een man, omdat ze een ander lichaamsbeeld heeft en zich vaker “te dik” voelt. Vrouwen hebben in de regel ook te maken met hun dieet en koken vaker dan mannen, wat hen een voordeel in geeft het verliezen van gewicht. In principe zijn de verschillen echter kleiner dan je zou verwachten.

Vrouwen en mannen vallen op dezelfde manier af. Om de lichaamsvet percentagemoeten zowel vrouwen als mannen een combinatie van gedragstherapie, lichaamsbeweging en voedingstherapie toepassen. Mannen hebben een significant lager percentage lichaamsvet dan vrouwen.

Voor een gezonde man tot 40 jaar ligt dit percentage rond de 8 à 20%. Mede door dit verschil is het calorieverbruik van mannen gemiddeld 5 tot 10% hoger dan dat van vrouwen. Mannen verschillen ook van vrouwen in termen van motivatie.

Een man vindt het vaak minder storend dan een vrouw als hij klein is te zwaar. De motivatie om af te vallen neemt meestal alleen toe als de man door zijn gewicht nadelen ervaart. Als een dokter hem bijvoorbeeld vraagt ​​naar de gevaren van zwaarlijvigheid, zal de man ook zijn gewicht gaan verminderen.

Daarnaast is er een genderspecifiek verschil als het gaat om voeding en koken. Traditioneel is het vrouwelijk geslacht meer betrokken bij deze gebieden. De sekseverschillen in termen van gewichtsverlies zijn in principe vrij klein en daarom vallen zowel de vrouw als de man op dezelfde manier af.