Lichaamsvet percentage

Meetprocedure

Het lichaamsvetpercentage van een persoon kan met verschillende meetmethoden worden bepaald. In principe kan het lichaamsvetpercentage mechanisch, elektrisch, chemisch, door straling of door een volumemeting worden bepaald. Een heel eenvoudige, maar niet geheel nauwkeurige meetmethode is het mechanisch meten van het lichaamsvetpercentage door middel van calipometrie.

Hier wordt de dikte van de huidplooi op meerdere plaatsen van het lichaam gemeten met een zogenaamde schuifmaat, wat niets meer is dan een lengtemeetapparaat. Dit type meting is echter niet geschikt voor de absolute bepaling van het lichaamsvetpercentage, omdat onder meer het zogenaamde viscerale vet (visceraal vet) niet wordt bepaald en de methode ook sterk afhankelijk is van de onderzoeker. Met de lichaamsvetschaal, die gebaseerd is op het principe van de zogenaamde bio-elektrische impedantie-analyse, staat een elektrische meetmethode ter beschikking om het lichaamsvetpercentage te bepalen.

De bepaling van het lichaamsvet door middel van weegschalen gebeurt door middel van elektroden die zo zijn aangebracht dat ze in contact komen met de blote voeten. Er wordt een wisselstroom afgegeven en de verschillende weerstanden die het gevolg zijn van het verschillende watergehalte van de weefseltypen worden gemeten. Hierdoor kan het lichaamsvetpercentage bij benadering worden berekend.

De meting is echter zeer foutgevoelig en kan leiden tot foutieve waarden, bijvoorbeeld door een gevuld blaas. Daarnaast is een chemische meting van het lichaamsvetpercentage mogelijk met de zwavel hexafluoride verdunningsmethode, maar deze speelt een ondergeschikte rol. Een zeer nauwkeurige meting van het lichaamsvetpercentage is mogelijk met de dubbele Röntgenstraal absorptiometrie, ook wel DXA genoemd.

Deze methode is gebaseerd op het gebruik van röntgenstralen. Als nadeel van deze meetmethode mag de stralingsblootstelling ondanks de hoge nauwkeurigheid niet onvermeld blijven, naast een duur van ongeveer 15 minuten en een prijs van ongeveer 40 €. Ten slotte moeten twee volumemetingsmethoden worden genoemd, hydrodensitometrie en luchtverplaatsingsplethysmografie, die beide zeer nauwkeurige resultaten opleveren en op bijna hetzelfde principe zijn gebaseerd.

Bij hydrodensitometrie wordt het lichaamsvetpercentage bepaald door middel van waterverplaatsing. Deze zeer nauwkeurige meetmethode is echter erg kostbaar en tijdrovend. Plethysmografie met luchtverplaatsing maakt het daarentegen mogelijk om conclusies te trekken over het percentage lichaamsvet als gevolg van luchtverplaatsing.

Hier wordt eerst de dichtheid van het lichaam bepaald door de massa en het volume te bepalen. Uit de bepaalde dichtheid kan dan het percentage lichaamsvet worden bepaald. Voordelen van deze onderzoeksmethode zijn onder meer een korte onderzoekstijd en het feit dat de methode niet gevaarlijk is, zodat deze ook bij kinderen en ouderen kan worden toegepast.