L-carnitine-effect

Statistisch gezien is het aantal mensen dat eraan lijdt zwaarlijvigheid neemt wereldwijd elk jaar dramatisch toe. Om een ​​succesvol verlies van lichaamsgewicht bestaande uit vet te bereiken, zijn alle factoren voor succes vet verbranden moet rekening mee worden gehouden. Voor het metabolisme van vet in het lichaam speelt de verbinding L-carnitine een uitstekende rol.

L-carnitine is een chemische eiwitverbinding die van nature in het menselijk lichaam voorkomt. Het lichaam kan zelf L-carnitine aanmaken uit twee aminozuren, die via de voeding worden opgenomen. L-carnitine zelf komt in relatief grote hoeveelheden voor in producten die vlees bevatten. L-carnitine heeft een aantal functies in het menselijk lichaam, die allemaal rechtstreeks van invloed zijn op de Vet metabolisme, evenals de nodige enzymen en dus indirect de Vet metabolisme.

Effect in skeletspieren

Evolutionair gezien vormt de ophoping van vetweefsel in het menselijk lichaam met mate een biologisch voordeel, aangezien deze voorraden een enorm deel van de energiereserves van het lichaam vertegenwoordigen. Om deze energie van de vetweefselmoet het lichaam de bestaande vetzuren metaboliseren en omzetten in energie. De functie van L-Carnitine zit in de biochemie van vet verbranden in het menselijk lichaam.

De meeste Vet metabolisme vindt plaats in de zogenaamde mitochondria. De meeste cellen in het menselijk lichaam hebben mitochondria, die begrijpelijkerwijs ook wel de energiecentrales van de cel worden genoemd. De reden voor deze naam is de omzetting van het lichaamsvet in energie.

Voordat de vetzuren kunnen worden gemetaboliseerd tot de energierijke verbinding acetyl-CoA, moeten ze worden geactiveerd. Deze activering vindt plaats aan de buitenkant van de mitochondria. Om na activering de binnenkant van de mitochondriën te bereiken, moet L-carnitine in de cel aanwezig zijn.

L-carnitine is daarom in ieder geval nodig om vetcellen in het lichaam om te zetten in energie. Dit betekent dat als er een tekort is aan L-carnitine, het normale aantal vetzuren niet kan worden "verbrand", omdat sommige ervan helemaal niet het inwendige van de mitochondriën kunnen bereiken. Een ander effect van L-carnitine in de mitochondriën is het behoud van een verhouding tussen gebonden CoA en vrij CoA.

Deze verhouding is belangrijk omdat alleen met voldoende vrije CoA alle glucose kan worden omgezet in energie. Tegelijkertijd voorkomt L-carnitine via dit effect de “oververzuring” van de spier door het melkzuur dat in het spierweefsel wordt aangemaakt gedeeltelijk af te breken. Bij honger wordt een extra rol toegekend aan L-carnitine.

In fasen waarin lange tijd geen voedsel is gegeten, voorkomt het aanwezige L-carnitine dat eiwitrijk spierweefsel intensiever wordt afgebroken. Door hetzelfde effect worden atleten ook beschermd tegen de afbraak van eiwitrijke massa als een continue belasting wordt uitgevoerd waarbij spierafbraak kan worden verwacht. Sinds de mens immuunsysteem bestaat ook uit eiwittenL-carnitine zou ook een immuunversterkend effect hebben in deze speciale situatie.