Vet metabolisme

Definitie

Vetmetabolisme verwijst in het algemeen naar de opname, vertering en verwerking van vetten. We nemen vetten op via de voeding of bouwen ze zelf op uit precursoren en gebruiken ze bijvoorbeeld om energie te leveren of om belangrijke boodschappersubstanties in het lichaam aan te maken. Na koolhydraten, vetten zijn de belangrijkste leveranciers van energie voor ons lichaam. Afhankelijk van de samenstelling van het voer, de verhouding van koolhydraten, vetten en eiwitten ingenomen en dus varieert de energie-inhoud.

Functie

Het vetmetabolisme begint met de opname van vetten in de darm. Daar worden de vetten voornamelijk via gesplitst en getransporteerd het lymfestelsel in de bloed, waar ze aan gebonden zijn eiwitten en in het lichaam verdeeld als zogenaamde lipoproteïnen. Vetten worden meestal gebruikt om energie op te slaan, zodat het lichaam ook in tijden van lage voedselinname altijd voldoende energie kan leveren.

Naast de vetten die via de voeding worden ingenomen, kunnen er ook vetten uit worden gevormd koolhydraten, die worden opgeslagen in de vetopslag van het lichaam. Het hormoon insuline is van cruciaal belang voor de evenwicht tussen vetsynthese en vetafbraak. Insuline koppelt de koolhydraataanvoer van voedsel aan de vetsynthese in het lichaam en bevordert in het geval van een hoge koolhydraataanvoer de synthese en opname van vet.

Zodra de opgeslagen vetten nodig zijn, worden ze opgesplitst in kleinere componenten en zo beschikbaar voor energievoorziening. Dienovereenkomstig dient de vetopslag als reserve en minder als basisvoorraad. In contrast met vet verbrandenKoolhydraatverbranding levert tweemaal zoveel energie per keer op, maar de energie uit vetverbranding gaat veel langer mee en vetten zijn onbeperkt beschikbaar in het lichaam.

Vetten die via de voeding worden opgenomen, hebben echter veel meer functies. Ze zijn bijvoorbeeld voorlopers van tal van hormonen. Zogenaamde steroïden hormonen, zoals de geslachtshormonen testosteron of oestrogeen, worden geproduceerd uit vetten.

Bovendien kan het lichaam produceren vitamine D van vetten zelf met behulp van zonlicht. Vetten worden omgezet in cholesterol, dat fungeert als een voorloper voor de synthese van vitamine D. Membranen, die cellen en celcomponenten in het lichaam van elkaar scheiden, bestaan ​​uit zogenaamde lipidedubbellagen. Deze twee membraanlagen zijn ook samengesteld uit vetcomponenten.

Vetten worden niet alleen in het lichaam ingebouwd als energiereserves, maar ook als vetopbouw, dat dient om sommige organen op te vangen. De nieren zijn bijvoorbeeld omgeven door vetopbouw, zodat ze worden opgevuld als het lichaam schokkerig beweegt. Hetzelfde geldt voor de vetopslag in de oogkas, die het oog rondom beschermt.