Indicatie voor een pacemaker

De hart- pumps bloed in de bloedsomloop met regelmatige slagen om het lichaam en al zijn organen van zuurstof te voorzien (taak van het hart). Het doet dit helemaal zelf, dwz het wordt er niet door gestimuleerd zenuwen van buitenaf, maar heeft gespecialiseerde cellen die functioneren als een interne klok. Dit systeem van cellen staat bekend als een stimulatiegeleidingssysteem of gangmaker systeem.

de primaire gangmaker/ pacemaker is de zogenaamde sinusknoop, die zich op de rechter atrium en zorgt normaal gesproken voor een hart- snelheid van 60 tot 80 slagen per minuut. Het verzendt de excitatie zodat de atria en vervolgens de ventrikels een voor een samentrekken om de hart- te verslaan in een gereguleerd ritme. Als het hart in het kader van bepaalde hartaandoeningen niet snel genoeg klopt of pauzes neemt, moet dit geleidingssysteem worden ondersteund door een externe gangmaker.

Allereerst is het belangrijk om te beslissen of de patiënt de pacemaker slechts voor een beperkte tijd nodig heeft of dat deze permanent nodig is. Pas in het tweede geval wordt de pacemaker daadwerkelijk geïmplanteerd. Indicaties voor een tijdelijke behandeling zijn bijvoorbeeld cardiogeen schokken (waarbij het hart niet genoeg kan pompen bloed korte tijd) of bepaalde vergiftigingen (bijvoorbeeld met de plant vingerhoedskruid).

De indicatie voor langdurig gebruik van de pacemaker zit vooral in bradycardie (wanneer het hart te langzaam klopt), wat ongemak bij de patiënt veroorzaakt. Atriale fibrillatie kan ook een dergelijk symptoom veroorzaken, omdat het atrium te snel en te vaak wanordelijk samentrekt, waarbij slechts een paar slagen naar de ventrikels kunnen worden overgedragen. De andere grote groep ziekten waarvoor er aanwijzingen zijn voor een pacemaker betreft het geleidingssysteem zelf.

Hier is enerzijds een sinusknoop disfunctie (ook bekend als sick sinus syndroom), waarin de pacemakerfunctie van de sinusknoop verstoord of volledig geblokkeerd is, wat betekent dat de hartslag kan vertragen tot wel 40 slagen per minuut. De pacemaker moet dan praktisch de functie van de sinusknoop overnemen. Daarnaast zijn er verschillende soorten zogenaamde hartblokken, waarbij niet het genereren maar het doorgeven van elektrische impulsen defect is.

Deze geleidingsstoring kan zich in het atrium bevinden, tussen het atrium en het ventrikel, of in het ventrikel zelf, waardoor de geleiding kan worden vertraagd of volledig kan mislukken. In dit geval stimuleert de pacemaker, afhankelijk van het type, alleen het atrium of het atrium en de ventrikel. Het carotissinussyndroom is ook een indicatie voor een pacemaker.

Bij deze ziekte is een gebied van de halsslagader is buitengewoon gevoelig. Als dit gebied geïrriteerd is (bijvoorbeeld door schokkerig hoofd bewegingen), de hartslag valt extreem; de pacemaker moet daarom de ventrikels stimuleren. Pacemakers zijn ook geïndiceerd voor hartritmestoornissenhartinsufficiëntie (wanneer het hart niet voldoende kan pompen bloed om het lichaam van voldoende zuurstof te voorzien) en een onvoldoende verhoging van de polsslag in stressvolle situaties.