Hoe werkt een leverbiopsie? | Leverbiopsie

Hoe werkt een leverbiopsie?

De lever biopsie wordt uitgevoerd in rugligging. Mogelijk krijgt u vóór de biopsie. De lever bevindt zich onder de rechter ribbenboog.

Dit gebied wordt voldoende gedesinfecteerd en de huid wordt onderhuids vetweefsel en spieren worden voldoende verdoofd met een plaatselijke verdoving zodat u weinig van de lever biopsie. De leverbiopsie wordt uitgevoerd met behulp van een ultrageluid machine. U wordt gevraagd uw adem in te houden zodat de lever verder naar beneden glijdt.

Een holle naald verwijdert gedurende deze tijd een kleine cilinder weefsel uit de lever. Dit duurt slechts ongeveer 2-3 seconden. Daarna kunt u normaal blijven ademen.

Daarna een steriel gips er wordt verband aangebracht en je moet een paar uur op een zandzak aan de rechterkant liggen om de prik site. Uw pols en bloed de druk wordt regelmatig gecontroleerd. Ook een check van je bloed tellen zal opnieuw worden gedaan. Als alles goed is verlopen, kun je kort na de leverbiopsie.

Evaluatie van het weefselmonster

De weefselcilinder wordt onder een microscoop door een patholoog geanalyseerd en beoordeeld. Vaak wordt het monster nog bewerkt met speciale kleurtechnieken en immunologische onderzoeksmethoden, zodat een nog nauwkeuriger resultaat kan worden verkregen. Het resultaat is meestal na 3-5 dagen beschikbaar. Uw behandelend arts bespreekt dan de uitslag met u. Doorgaans duurt het 3-5 dagen voordat de patholoog het weefselmonster analyseert. Met speciale onderzoekstechnieken kan het resultaat wat langer duren.

Wat zijn de risico's van een leverbiopsie?

A leverbiopsie is een kleine procedure met een doorgaans zeer laag risico. Omdat de lever een orgaan is met een zeer goede bloed toevoer, kan het leiden tot secundaire bloedingen en hematomen. Zeer zelden chirurgisch hemostase noodzakelijk is of de toediening van vreemd bloed (bloedtransfusies).

In zeldzame gevallen kunnen andere organen zoals de longen, darmen of galblaas kan beschadigd zijn. Infecties van de huid, borst muur of buikvlies (buikvliesontsteking) zijn ook in zeldzame gevallen mogelijk. Als de verkregen weefselcilinder niet voldoende is, kan het nodig zijn om nog een leverbiopsie uit te voeren. Een leverbiopsie mag niet worden uitgevoerd in geval van grote hoeveelheden buikvocht (ascites), ernstige bloedstollingsstoornissen, ernstige ophoping van gal in de lever (cholestase), ontsteking van de galwegen (cholangitis) om de mogelijke risico's te minimaliseren.