Hoe wordt de thorax gediagnosticeerd? | Borst

Hoe wordt de thorax gediagnosticeerd?

An röntgenstraal van de thorax wordt ook wel een röntgen thorax genoemd. Het wordt gebruikt om de structuren en organen in de borst gebied en maakt zo de diagnose van sommige ziekten mogelijk. In een Röntgenstraal van de thorax kan de radioloog de longen beoordelen, de grootte van de hart- riep diafragma en het mediastinum.Bovendien zijn met name botstructuren duidelijk zichtbaar op röntgenfoto's.

Om deze reden is de Röntgenstraal thorax wordt ook gebruikt om de ribben, sleutelbeen, borstbeen en thoracale wervelkolom. Omdat röntgenstralen geassocieerd worden met een bepaalde stralingsblootstelling voor de patiënt, worden ze alleen gebruikt om bepaalde ziektebeelden uit te sluiten. Deze omvatten longontsteking (longontsteking), pneumothorax (ingestort long door lucht die de ruimte tussen de riep en de longen), borstvliesuitstroming (vochtophoping tussen het borstvlies en de longen), hematothorax (accumulatie van bloed), chylothorax (ophoping van weefselvocht vocht) en emfyseem (overmatig opblazen van de longen).

Bovendien kunnen pathologische veranderingen worden gedetecteerd in de röntgen-thorax, zoals long tumoren, veranderingen in de slokdarm, veranderingen in de aorta, hart- ziekte of ziekten van de luchtpijp. Bij het maken van een röntgenfoto zijn er verschillende bundelpaden die kunnen worden geselecteerd, afhankelijk van de indicatie voor de afbeelding. Een daarvan is de zogenaamde pa-projectie (posterieur-anterieure projectie).

Hier wordt de thorax van de patiënt van achteren bestraald, terwijl de detectorplaat zich voor de patiënt bevindt. Dit is het meest gebruikte straalpad voor patiënten die kunnen staan. Daarnaast wordt meestal een laterale opname gemaakt zodat de thorax direct in meerdere vlakken kan worden beoordeeld.

Als alternatief voor het pa-beeld is er het ap-beeld (anterior-posterior projection), waarbij de patiënt van voren wordt bestraald en de detector zich achter de thorax bevindt. Deze methode wordt voornamelijk gebruikt bij bedlegerige patiënten. Dit straalpad resulteert in een vergroting van de organen aan de voorkant van de thorax, omdat ze dichter bij de stralingsbron staan.

Hiermee moet uiteindelijk rekening worden gehouden bij de beoordeling van het röntgenbeeld. Voor sommige patiënten is er echter geen andere optie (bijvoorbeeld op de intensive care), aangezien de patiënt niet kan opstaan. De opnamen worden meestal gemaakt met de zogenaamde hard beam-techniek.

Er wordt gebruik gemaakt van röntgenstralen met een intensiteit van 100-150 kV. Een CT van de thorax (computertomografie) geeft een nog gedetailleerder beeld van de thorax en de organen en structuren die zich daarin bevinden. Hoewel de röntgen-thorax alleen een tweedimensionaal beeld in twee vlakken biedt, kunnen de CT-beelden ook worden gecombineerd om driedimensionale beelden te vormen.

Hiervoor wordt de patiënt door een soort buis op een bank geduwd, die na het uitzenden van röntgenstraling de door het lichaam verzwakte straling detecteert en berekent. Hoe meer straling een stukje weefsel doorlaat, hoe donkerder het uiteindelijk zal verschijnen op de door de computer berekende beelden. Het is belangrijk dat de patiënt niet zoveel mogelijk beweegt, dit kan leiden tot wazige beelden.

Uiteindelijk levert deze methode veel individuele doorsnedebeelden op, die vervolgens worden gecombineerd om een ​​totaalbeeld te vormen. Op deze manier worden de organen en structuren van de thorax weergegeven zonder overlapping en kunnen ze worden beoordeeld op veranderingen. Een CT van de thorax kan bijzonder nuttig zijn bij het bepalen van de exacte locatie van een long tumor.

Het wordt ook vaak gebruikt voor de detectie van een longaandoening embolie. Uiteraard zijn dezelfde structuren zichtbaar in de CT van de thorax als in de röntgen thorax. Het is daarom geschikt voor het beoordelen van de slokdarm, hart-, mediastinum en de benige thorax.

Daarnaast, weefselvocht knooppunten zijn ook duidelijk zichtbaar in de CT. Vooral bij kwaadaardige ziekten speelt dit een belangrijke rol. De reden waarom CT niet routinematig wordt gebruikt in plaats van röntgenstralen, is de significant hogere stralingsblootstelling voor de patiënt.

Om deze reden wordt CT alleen aangevraagd als conventionele methoden zoals röntgen thorax of ultrageluid (echografie) kan onvoldoende informatie geven over de ziekte van de patiënt. Om nog beter contrasterende beelden te krijgen, kan de patiënt voorafgaand aan het onderzoek een contrastmiddel toegediend krijgen. Doordat dit zich in de verschillende organen anders opstapelt, kunnen de structuren op deze manier beter van elkaar worden gescheiden. Een CT-onderzoek duurt doorgaans tussen de 5 en 20 minuten.