Haarverlies bij mannen | Haaruitval

Haarverlies bij mannen

Mannelijk frezen haaruitval (mannelijke alopecia androgenetica) is de oorzaak van 95% van alle mannelijke haaruitval. Het is zowel genetisch bepaald als beïnvloed door de leeftijd. Het is gebaseerd op een verhoogde gevoeligheid voor mannelijk geslacht hormonen (androgenen).

Aangezien meer dan de helft van de mannen in Europa (60-80%) hier meer of minder uitgesproken last van heeft haaruitval, wordt het niet als een ziekte als zodanig beschouwd. Daarom volksgezondheid verzekeringsmaatschappijen vergoeden de kosten van behandeling niet. Klinisch zijn er vier verschillende soorten haaruitval: In graad I is de typische teruglopende haarlijn zichtbaar, waaraan een tonsuur (haarscheren) (graad II) op de achterkant van de hoofd wordt toegevoegd in de verdere cursus.

Dankzij haar verlies op de top, deze gebieden komen samen (graad III) en tenslotte blijft er een hoefijzervormige haarkroon over van de zijkanten van de schedel naar de onderrug van de hoofd. Haar de groei in de behaarde gebieden is normaal en scherp afgebakend van de kale gebieden, die door de nog intacte talgproductie schijnen. De betrokken processen zijn nog niet volledig begrepen.

Waarschijnlijk een overgevoeligheid van de haar follikels tot de actieve vorm van het hormoon testosteron (dihydrotestosteron, DHT), dat wordt aangemaakt in de haarzakjes, speelt een belangrijke rol. Hierdoor wordt de groeifase (anagene fase) verkort. Als gevolg hiervan wordt het haar dat uit de aangetaste haarzakjes groeit, kleiner en fijner totdat het er direct uit valt.

De bijbehorende haarzakjes atrofiëren, dus dit proces is niet omkeerbaar. Niet alle haarzakjes worden echter tegelijkertijd overgevoelig voor DHT, wat tot uiting komt in het tijdsverloop van het verlies (graad I-IV). De haarzakjes boven de oren en aan de achterkant van de hoofd blijven meestal grotendeels ongevoelig en de haren blijven staan haarzakje wordt vanaf de zijkant getransplanteerd naar een kale plek op het voorhoofd, daar groeit het haar weer.

De mate van gevoeligheid en dus de mate van haarverlies is ook variabel. Het tijdsverloop en de ontwikkeling worden genetisch bepaald door voorheen onbekende genen, maar worden in variabele mate overgeërfd. Om het waarschijnlijke verloop van haarverlies te schatten, is een vergelijking van de haardichtheid tussen vader en zoon op dezelfde leeftijd nuttig.

Omgevingsinvloeden, zoals het dragen van een hoofddeksel of veel kammen, spelen geen rol vanwege de sterke genetische component. Ook het vaak vermoede verband met stress is niet waar. Een verandering in dieet of cosmetische producten hebben slechts een marginaal effect op haaruitval.

Het niveau van testosteron in de bloed, dat bijvoorbeeld door veelvuldige geslachtsgemeenschap licht wordt verhoogd, heeft nauwelijks invloed op haaruitval. De overgevoeligheid van de aangetaste haarzakjes is al zo groot dat de normale testosteron niveau is voldoende voor haaruitval. Een lichte verhoging heeft geen bijkomend effect meer. De enige medicijnen waarvan een effectieve invloed op de haargroei op dit moment voldoende bewezen is, zijn finasteride (tablet) en minoxidil (tinctuur). Vooral bij finasteride moeten de bijwerkingen echter worden overwogen en afgewogen.