Geheugenverlies

Definitie

Geheugen verlies, technisch bekend als geheugenverlies (Grieks voor verlies van geheugen), is een geheugenstoornis waarbij herinneringen uit het geheugen lijken te zijn gewist. Waarschijnlijk is dit eerder een onvermogen om te herstellen geheugen inhoud. Bovendien kan geheugenverlies ook betekenen dat de getroffen persoon geen nieuwe dingen kan leren en gedachten niet kan opslaan.

Formulieren

Er zijn verschillende vormen van geheugenverlies. Afhankelijk van het tijdstip waarop het geheugenverlies optreedt, kan het worden onderverdeeld in retrograde geheugenverlies or anterograde amnesie, die voor ons ligt (in de toekomst). In retrograde geheugenverlies, treedt het verlies van de geheugeninhoud op voorafgaand aan de beschadigende gebeurtenis, bijvoorbeeld na een ongeval kan men zich het exacte verloop van het ongeval niet herinneren.

Anterograde amnesieAan de andere kant is er sprake van wanneer u zich geen nieuwe informatie kunt herinneren na de activerende gebeurtenis, bijv. u kunt zich niet herinneren wat er onmiddellijk na het ongeval is gebeurd. Als beide vormen naast elkaar voorkomen, spreekt men van een voorbijgaand wereldwijd geheugenverlies, waarbij er een tijdelijk verlies is van zowel oude als nieuw opgeslagen gedachten. Als speciale vorm is er ook sprake van congrade amnesie, waarbij alleen het vermogen om de werkelijke oorzaak te onthouden ontbreekt. Bovendien infantiele (=jeugd) geheugenverlies wordt ook beschreven, wat betekent dat een volwassene zich de eerste levensjaren niet kan herinneren. Dissociatieve amnesie is daarentegen het geheugenverlies van bijzonder ernstige psychologische stress.

Plotseling geheugenverlies

Een bijzonder ingrijpende vorm van geheugenverlies is wanneer iemand plotseling zijn geheugen verliest zonder volledig bewustzijn, dwz plotseling geheugenverlies optreedt. In technische terminologie staat dit bekend als 'voorbijgaand wereldwijd geheugenverlies" (zie hierboven). Dit betekent dat net zo snel als de geheugenkloof is opgetreden, deze meestal binnen een dag weer verdwijnt (tijdelijk = tijdelijk).

Gedurende deze tijd heeft de getroffen persoon een gebrek aan vermogen om zich iets te herinneren, dus het kortetermijngeheugen is het meest beperkt. Steeds weer worden dezelfde vragen gesteld, bijvoorbeeld over ruimte en situatie, omdat de antwoorden na korte tijd weer vergeten zijn. Er kunnen echter ook langdurige geheugenstoornissen optreden, zodat na het verdwijnen van de symptomen nog een blijvende geheugenkloof kan blijven bestaan.

Tegelijkertijd worden vaardigheden niet beïnvloed door complexe geautomatiseerde actiescènes, noch wordt de oriëntatie op de persoon beïnvloed. Begeleidende neurologische gebreken zoals spraakstoornissen of verlamming komt meestal niet voor. Een precieze oorzaak is onbekend, maar acute emotionele of fysieke stress wordt besproken als mogelijke trigger.

Bij beeldvormingsprocedures kunnen veranderingen of verminderde toevoer van gebieden in de hersenen die een belangrijke rol spelen in leren processen, zoals de zogenaamde hippocampus, kon achteraf worden waargenomen. Plotseling geheugenverlies treft vooral mensen tussen de 50 en 70 jaar en is meestal een eenmalige gebeurtenis. Dit plotselinge geheugenverlies kan zeer zorgwekkend zijn voor de getroffen persoon en voor familieleden, maar het resulteert meestal in een goed geheugenherstel en geen gevolgen op de lange termijn.