Fysiotherapie voor heupimpingement-syndroom

An impingement syndroom is wanneer er een beklemming is in een gewricht dat pijnlijk is en leidt tot bewegingsbeperkingen of degeneratie (slijtage) van het gewricht. In de heup bestaat deze vernauwing tussen het acetabulum, de holte die wordt gevormd door de bekkenbeenderen, en het dijbeen, het dijbeen dat het dijbeen vormt hoofd. Het wordt ook femoro-acetabulaire impingement (FAI) genoemd. Genetische of belastingafhankelijke veranderingen in het gewricht kunnen leiden tot een krapte waarbij de gewrichtspartners met elkaar in botsing komen. Dit kan leiden tot verwondingen aan de constructies en tot sterke, meestal steken pijn in het gewricht.

Fysiotherapie

Heupbotsing gaat vaak gepaard met te zwakke bilspieren (bilspieren). Dit stabiliseert de heup en het bekken. Er zijn ook kleine korte spieren die heel dicht bij de heup gewricht en stabiliseer het.

Deze spiergroep moet ook worden versterkt door fysiotherapie. Als er acuut is pijn en ontsteking in het gebied van de heup gewricht na overbelasting mogen geen stressvolle, versterkende oefeningen worden gedaan. In dat geval moet de voeg worden ontlast, beschermd en eventueel gekoeld. Oefeningen die de heup gewricht maken ook deel uit van fysiotherapie voor heupbotsing (FAI). Passieve technieken van de therapeut (bijv. Manuele therapie) maar ook actieve oefeningen zijn hiervoor geschikt.

Oefeningen

1.) Lunge Hiervoor plaatst de patiënt er een been ver naar voren vanuit de rechtopstaande positie, terwijl het andere been op zijn plaats blijft. Het bovenlichaam en het bekken worden in een rechte lijn neergelaten en vormen een rechte lijn met de rug dij.

Nadat de positie enkele seconden stevig en stabiel is vastgehouden, keert de patiënt terug naar de startpositie en plaatst vervolgens de andere been vooruit. Longeerpassen kunnen ook naar achteren worden uitgevoerd. In dit geval worden de benen afwisselend naar achteren geplaatst.

Het bovenlichaam vormt een rechte lijn met de rug been nog een keer. Longeren moeten zorgvuldig en gecontroleerd worden uitgevoerd. De techniek staat altijd voorop!

16 (8 per zijde) herhalingen in 3 sets moeten worden uitgevoerd. Tussen de sets zit een pauze van 30 seconden. Als de oefening wordt uitgevoerd met het accent op mobiliteit, moeten bijzonder brede bewegingen worden uitgevoerd.

De oefening kan ook worden uitgevoerd om de heupspieren te versterken, in dat geval moet deze langer worden vastgehouden. 2.) Brug Een andere oefening om de stabiliserende spieren van het heupgewricht te versterken is de zogenaamde brug.

Hier ligt de patiënt op de grond in rugligging. De handpalmen wijzen naar boven, de armen zijn iets uit elkaar gespreid naast het lichaam. De benen staan ​​rechtop, de knieën gebogen, de hielen staan ​​op de grond, de tenen worden naar het lichaam getrokken.

Druk nu het bekken omhoog zodat het een rechte lijn vormt met de dijen en de romp. De spanning moet aan de achterkant voelbaar zijn dij en billen. De positie kan lang worden vastgehouden (ong.

30 - 60 sec) of het kan dynamisch worden uitgevoerd. De billen worden naar boven gestrekt, slechts een paar seconden omhoog gehouden en dan langzaam naar de grond gezakt. Voordat het bekken wordt verlaagd, begint de volgende herhaling en wordt het bekken weer opgetild.

De oefening wordt uitgevoerd in 3-4 sets van 15-20 herhalingen. Speciale nadruk kan worden gelegd op de training door gewicht te verschuiven of weerstanden en te gebruiken AIDS. Er zijn tal van andere versterkende of mobiliserende oefeningen die moeten worden afgestemd op de klachten en omstandigheden van de patiënt.

Hiervoor wordt aan het begin van de therapie een gedetailleerd onderzoek uitgevoerd en vervolgens een specifiek opleidingsplan wordt opgesteld. Daarnaast, elektrotherapie, warmtebehandeling en slingertafel worden gebruikt in fysiotherapie. Verdere oefeningen zijn te vinden in de artikelen:

  • Hip Impingement - Fysiotherapie
  • Oefeningen voor een heupbotsing