Fysiotherapie na een middenvoetsbeentje fractuur - genezingstijd, stress en therapie

A middenvoetsbeentje breuk is een breuk in het gebied van de middenvoetsbeentje botten middenvoetsbeentje bot. Het kan resulteren in de breuk van een enkel bot of meerdere van de 5 middenvoetsbeentjes botten. Oorzaken van een middenvoetsbeentje breuk zijn gewelddadige schokken, zoals wanneer de voet bekneld raakt of bekneld raakt, maar middenvoetsbeentje breuken kunnen ook optreden wanneer zware voorwerpen op de voet vallen.

3 eenvoudige oefeningen om te imiteren vanuit fysiotherapie

1. oefening - "passief grijpen / spreiden" 2. oefening - "actief grijpen / spreiden" 3. oefening - "pinguïn

Fysiotherapie

De start van fysiotherapie is afhankelijk van de eerdere therapievorm. Als de fractuur conservatief is behandeld, begint de therapie met het verwijderen van de gips spalk na immobilisatie is voltooid, ongeveer 4-6 weken na de breuk. In het geval van een chirurgische behandeling is gedeeltelijke belasting mogelijk in de eerste 6 weken.

Het individuele verloop is afhankelijk van het genezingsproces en de instructies van de arts. Tot die tijd kan klassieke postoperatieve fysiotherapie plaatsvinden, waarbij de ontwikkeling van oedeem of contracturen in de omgeving gewrichten moet worden voorkomen door middel van gerichte zachte bewegingsoefeningen of handmatige weefselvocht afvoer.

  • Mobilisatie Bij het loslaten van de beweging begint de fysiotherapie na een middenvoetsbeentje fractuur met lichte mobilisatieoefeningen van de tenen, die actief uitgevoerd dienen te worden, maar ook passief ondersteund kunnen worden.

    De middenvoet kan nog steeds worden gefixeerd en gestabiliseerd. De mobilisatie van de metatarsus wordt dan meer en meer vergroot door de beweging door te laten gaan in de metatarsus. Grijpoefeningen van de tenen, boogtraining (draaien van de voorvoet tegen de hiel, bijvoorbeeld met spiraal dynamiek) maken ook deel uit van de therapie.

  • Looppatroon Na het loslaten van het belastingsvermogen wordt gestreefd naar een zo fysiologisch mogelijk looppatroon.

    Oefeningen voor het rollen, stabiliteit en mobiliteit van de voet met al zijn gewrichten staan ​​hier centraal. De intensiteit van de training wordt steeds hoger en de patiënt dient zelf een huiswerkprogramma te maken. In de vergevorderde revalidatiefase is het ook mogelijk om sportspecifieke trainingen en alledaagse vormen van stress te doen die belangrijk zijn voor de patiënt.