fluoroquinolonen

Introductie

Fluoroquinolonen zijn een groep van antibiotica die bijzonder geschikt zijn voor de behandeling van zogenaamde Gram-negatieve staafjes bacteriën. hengel bacteriën zijn alle soorten bacteriën die er onder de microscoop nogal langwerpig uitzien. Gram-negatief verwijst naar een kenmerk dat wordt onthuld door een speciale kleuringsmethode (Gram-kleuring).

Gram-negatieve staafjes zijn meestal bacteriën die voorkomen in de spijsverteringskanaal (zogenaamde enterobacteriën). Deze kunnen bijzonder goed worden behandeld met fluorochinolonen. Nieuwere stoffen uit de groep fluoroquinolonen zijn ook effectief tegen andere groepen bacteriën. De fluorochinolonen worden als breed spectrum gebruikt antibiotica, bijvoorbeeld als eerste keus middel bij urineweginfecties.

Indicaties

De indicaties voor therapie met fluorochinolonen zijn talrijk, aangezien dit een klasse is van antibiotica met een zeer breed werkingsspectrum. De vroegste actieve ingrediënten van fluorochinolonen zijn voornamelijk geschikt voor de therapie van enterobacteriën (bacteriën die worden aangetroffen in de spijsverteringskanaal). Ze worden daarom vaak gebruikt voor ongecompliceerde infecties van de urinewegen, de blaas en mogelijk de geslachtsdelen (bijvoorbeeld een infectie van de prostaat).

Deze infecties worden vaak veroorzaakt door uitstrijkjes van de darmen en reageren daarom vaak op fluorochinolonen. Ernstige gastro-intestinale infecties kunnen ook worden behandeld met fluorochinolonen. Indien nodig is therapie met bijvoorbeeld ciprofloxacine ook geschikt om acute ontstekingen te behandelen de alvleesklier.

Latere generaties fluoroquinolonen hebben een aanzienlijk breder werkingsspectrum en kunnen daarom ook worden gebruikt voor infecties van de luchtwegen of in het oor, neus- en keelgebied. Bot- en gewrichtsaandoeningen veroorzaakt door bacteriën kunnen ook worden behandeld met fluorochinolonen zoals levofloxacine. Daarnaast zijn fluoroquinolonen ook belangrijk bij de behandeling van zogenaamde nosocomiale infecties (verworven in ziekenhuis / zorgafdelingen). Dit zijn vaak infecties met resistente bacteriën, die vaak goed te behandelen zijn met fluorochinolonen zoals moxifloxacine.

Actief ingrediënt, effect

De term fluoroquinolone beschrijft een groep antibiotica die bacteriën doden. De actieve ingrediënten norfloxacine, ciprofloxacine, oflocazine, levofloxacine en moxifloxacine behoren tot de fluorochinolonen. De fluoroquinolonen ontvouwen hun werking via een zogenaamde gyraseremming.

Gyrase is een enzym dat in bacteriën nodig is om het genetisch materiaal te vermenigvuldigen. De gyrase van de bacterie wordt ook wel topoisomerase II genoemd. Door dit topoisomerase II te remmen, kunnen de bacteriën hun genetisch materiaal (= hun DNA) niet meer kopiëren.

Dit remt de groei van de bacteriekolonie (bacteriostatisch) en de bacteriën sterven vervolgens af (bacteriedodend). Naast gyraseremming worden ook andere werkingsmechanismen van fluorochinolonen besproken, aangezien hun goede werkzaamheid niet kan worden verklaard door alleen gyraseremming. Tot dusverre zijn er echter geen concrete werkingsmechanismen in experimenten bevestigd.

Het werkingsmechanisme van fluorochinolonen is bijzonder goed ingeburgerd omdat het actieve ingrediënt sterk weefselgebonden is. Deze eigenschap beschrijft het vermogen van fluorochinolonen om zich bijzonder goed in het weefsel te verspreiden. Ze zijn daarom zeer geschikt voor de behandeling van veel weefselinfecties, waaronder botten.