Uitzondering: functie, taken, rol en ziekten

Exteroceptie vormt samen met interoceptie de totaliteit van de menselijke waarneming. Extroceptie is de perceptie van externe stimuli door gespecialiseerde sensorische cellen, extroceptoren genaamd. De verwerking van prikkels vindt plaats in het centrum zenuwstelsel en kan worden aangetast bij neurologische aandoeningen.

Wat is exteroceptie?

Extroceptie is de waarneming van externe stimuli door gespecialiseerde sensorische cellen die extroceptoren worden genoemd, zoals de sensorische cellen in het oor. Door de menselijke waarneming kunnen mensen zich een beeld vormen van zichzelf en hun omgeving. De perceptie van interne prikkels en de perceptie van externe prikkels make-up het algehele perceptuele vermogen van mensen. Interne prikkels worden vanuit het lichaam waargenomen en zijn dus een belangrijk onderdeel van zelfperceptie. Externe stimuli zijn allemaal externe omgevingsstimuli die mensen in staat stellen de buitenwereld waar te nemen. Interne waarneming is onderschepping. Externe waarneming wordt analoog exteroceptie genoemd. Het is samengesteld uit visuele, auditieve, smaak-, reuk- en vestibulaire waarneming. Bovendien telt de gevoeligheid ook. Net als interne waarneming werkt externe waarneming met stimulus-gespecialiseerde sensorische cellen, receptoren genaamd. De receptoren van externe waarneming zijn de extroceptoren. Ze zijn verantwoordelijk voor externe stimulusontvangst, stimulusverwerking en overdracht van stimulusinformatie in fysiologisch verwerkbare vorm. Stimulusgeleiding vindt plaats via afferente paden en richt zich op de centrale zenuwstelsel, waar prikkels uit de omgeving worden gecombineerd en als een alomvattend beeld het bewustzijn binnentreden.

Functie en taak

De exteroceptoren zijn de eerste plaats waar externe prikkels doorheen gaan op weg naar het menselijk lichaam. Deze receptoren zijn elk gespecialiseerd voor specifieke stimuli. Stimulus moleculen binden aan de aangewezen plaatsen om de receptor te exciteren, die de stimulus omzet in een fysiologische vorm van zenuwexcitatie. Er zijn bijvoorbeeld gespecialiseerde extroceptoren voor het waarnemen van trillingen, aanraking, temperatuur en vele andere externe prikkels. Het tegenovergestelde van de extroceptoren zijn de interoceptoren, die interne stimuli meten. Perceptuele structuren zoals de dieptegevoeligheid van het bewegingsapparaat registreren zowel externe als interne prikkels en kunnen dus tegelijkertijd worden beschreven als interoceptoren en exteroceptoren. Exteroceptoren omvatten receptoren zoals de Vater-Pacini-bloedlichaampjes voor de waarneming van trillingen of de Meissner-bloedlichaampjes en Ruffini-bloedlichaampjes voor de registratie van aanraking, druk en drukverschillen. De fotoreceptoren van het oog zijn ontvankelijk voor licht en de haar cellen in het binnenoor maken auditieve waarnemingen mogelijk. Alle exteroceptoren zijn via het eerste neuron met het tweede neuron verbonden. De cellichamen van exteroceptieve neuronen bevinden zich in de wervelkolom ganglion​ Hun centrale projecties kruisen de achterste koordpaden zonder te wisselen of te kruisen en bereiken zo de nucleus gracilis of nucleus cuneatus. Alleen hier wordt de informatie overgeschakeld naar het tweede neuron. De vezels die daar vandaan komen, worden fibrae arcuatae internae genoemd en strekken zich uit naar de thalamus​ Bij de decussatio lemnisci medialis zijn ze betrokken bij een oversteek. In de nucleus ventralis posterieur van de thalamus, de vezels eindigen en de informatie van de exteroceptoren wordt overgeschakeld naar het derde neuron. Dit derde neuron loopt over de radiatio thalami superior of crus posterior van de capsula interna en bereikt van daaruit de primaire somatosensitieve hersenen midden in de postcentrale gyrus. Daar bevinden zich Brodmann-gebieden 3,2 en 1. In de hersenenNaast het opslaan, classificeren en interpreteren van exteroceptieve percepties vindt, indien nodig, een eerste stimulusrespons plaats. Exteroceptie wordt door sommige auteurs onderverdeeld in epikritische gevoeligheid en protopathische perceptie. Epikritische gevoeligheid wordt gedefinieerd als de waarneming van subtiele aanraking, trillingswaarneming en drukwaarneming en wordt uitgevoerd met behulp van tweepuntsdiscriminatie. Op deze manier verzamelde informatie bereikt het hersenen via de achterste koordpaden fasciculus gracilis en fasciculus cuneatus. Met protopathische perceptie bedoelen de auteurs de pijn en temperatuurwaarnemingen die aan de hersenen worden afgegeven via het voorste koord van de tractus spinothalamici anterior et laterales.

Ziekten en kwalen

Exteroceptie kan onomkeerbaar worden beschadigd door neurologische aandoeningen of traumatische laesies van de betrokken zenuwstructuren en dus permanent worden verstoord. Veroorzakende ziekten in deze context omvatten ziekten van het centrale zenuwstelsel zoals multiple sclerose of perifere zenuwziekten zoals polyneuropathie​ Extroceptieve perceptuele stoornissen worden echter niet altijd voorafgegaan door daadwerkelijke zenuwlaesies. In sommige gevallen wordt alleen de sensorische integratie van externe informatie verstoord. Deze integratie vindt plaats in de hersenen en komt overeen met de combinatie van meerdere stimuli tot een algemeen stimulusbeeld. Het omgevingsbeeld is dus een product van de precieze interactie van de individuele zintuigen. Sensorische integratiestoornissen voorkomen deze interactie. Sensorische integratiestoornissen zijn meestal gerelateerd aan de aandacht van een persoon en komen overeen met sensorische hyposensitiviteit voor bepaalde externe stimuli. De hersenen moeten zintuiglijke prikkels selecteren om zichzelf niet te overbelasten. De aandacht voor prikkels van buitenaf is dan ook beperkt en niet altijd evenredig verdeeld. Het handhaven van een houding op basis van externe prikkels vereist bijvoorbeeld aandacht die andere activiteiten tegelijkertijd kunnen missen. Sensorische integratiestoornissen met een houdingszwakte manifesteren zich dan ook vaak in bijvoorbeeld chronische rusteloosheid. Ondergevoeligheid van het tactiele en proprioceptieve apparaat uit zich in onvoldoende bewegingsplanning en onhandigheid. Overgevoeligheden op dit gebied zijn modulatiestoornissen en laten de zenuwstelsel om adequaat te filteren, resulterend in tactiele defensiviteit. Zo wordt een onverwachte aanraking vermeden en kan er sociale angst ontstaan. Meestal, maar niet uitsluitend, worden kinderen getroffen door integratiestoornissen. Soms ontwikkelen sensorisch-integratieve stoornissen zich uit neurologische aandoeningen zoals beroerte​ In dat geval wordt de term SI-stoornis gebruikt. Een specifiek voorbeeld van een stoornis met integratieve sensorische stoornis is autisme, die vaak ook wordt gekenmerkt door gewijzigd pijn perceptie.