Externe meniscus - Pijn

Meniscus verwondingen behoren tot de meest voorkomende verwondingen aan de kniegewricht. De menisci zijn sikkelvormig en liggen tussen de dij bot (femur) en het scheenbeen (tibia) op het tibia-plateau. De menisci dienen als buffer en compenseren ongerijmdheden tussen het scheenbeen en het dijbeen.

Ze hebben een directe verbinding met de kniecapsule en twee aangrenzende spieren. Daarom in het geval van meniscus Bij problemen moet altijd rekening worden gehouden met het spierstelsel. Een van de typische verwondingsmechanismen is de rotatie van de kniegewricht wanneer de lagere been is gemaakt.

Dit veroorzaakt meestal de binnenste meniscus om samen met de anterieure te scheuren kruisband en het binnenste ligament. Naast een scheur van de meniscuskan ook een meniscusblokkering aanwezig zijn. Dit wordt meestal veroorzaakt door stretching te snel na langdurig zitten. Hierdoor ontstaat een spasme van een aangrenzende spier (M.Semimembranosus) en kan de knie niet meer worden gestrekt.

Symptomen

Direct na een trauma pijn kan meestal niet precies worden toegeschreven. De hele knie is pijnlijk en zwelt op. Als de traan al langer bestaat, is de pijn kan nauwkeuriger worden gelokaliseerd.

In het geval van een externe meniscuslaesie pijn verschijnt aan de buitenkant van de kniegewricht gap en beweegt van voren naar achteren als gevolg van de beweging van de menisci tijdens flexie. In de meeste gevallen is een maximale buigbeweging van het kniegewricht niet meer mogelijk, zodat direct een compenserende tegenactie wordt ondernomen. Het laadvermogen van het geheel been neemt ook af, en de gebruikelijke sporten en bewegingen zijn alleen mogelijk met pijn of helemaal niet.

Specifieke tests kunnen een meniscusletsel diagnosticeren. Tests zoals Springing Bloc, McMurray, Steinmann, Cri du menisque en Apley zijn klassieke examens. Van de bovenstaande voorbeelden moeten bijna alle tests positief zijn om een meniscus laesie. Het laatste MRI-onderzoek geeft uiteindelijk de juiste verklaring.

Behandeling

Of een chirurgische behandeling nodig is, wordt door de arts bepaald op basis van de omvang van het letsel. Daarbij moet de scheur zoveel mogelijk worden hersteld en moet worden voorkomen dat de meniscus volledig wordt verwijderd. Gedurende de eerste 6 weken na de operatie is gedeeltelijke belasting noodzakelijk.

De bewegingslimieten worden ook voorgeschreven door de arts. Bij fysiotherapie wordt het kniegewricht vanaf het begin binnen de juiste grenzen bewogen. Bovendien wordt de zwelling behandeld met decongestivumgrepen of handmatig weefselvocht afvoer.

In geval van pijn als gevolg van de peesaanhechting of het spierstelsel, ijs, speciaal massage technieken (zogenaamde wrijving) en weke delen technieken kunnen worden gebruikt. De patiënt kan het heffen en koelen zo vaak mogelijk alleen uitvoeren. Daarnaast wandelen met krukken waaraan moet worden gewerkt, omdat het bijzonder belangrijk is om de gedeeltelijke belasting te behouden.

Alleen op deze manier kan verdere schade aan het weefsel worden voorkomen. Versterkingsoefeningen voor en achter been spieren kunnen worden uitgevoerd door isometrische spanning. De achterkant van de knie wordt ingedrukt gehouden om de voorkant te activeren dij spier.

De spanning in de buiging van de knie zonder beweging richt zich op de zogenaamde ischiocrurale spieren. Als de patiënt de knie mag belasten en maximaal mag buigen en strekken, moet de ontbrekende beweging worden verbeterd door manuele therapeutische technieken. Daarbij oriënteert de therapeut zich op het schuifmechanisme van het kniegewricht.

Het scheenbeen schuift naar achteren bij het buigen en naar voren bij het strekken. Deze beweging wordt ondersteund door de therapeut. Versterkingsoefeningen kunnen worden verhoogd, waarbij bijzondere aandacht moet worden besteed aan de beenas. Coördinatie en evenwicht training is vooral belangrijk voor de stabiliteit van het kniegewricht en moet voorzichtig in de therapie worden opgenomen.