Valneiging: diagnostische tests

Optionele diagnostiek van medische hulpmiddelen - afhankelijk van de resultaten van de anamnese, lichamelijk onderzoek en verplichte laboratoriumparameters - voor differentiële diagnose van vallen

  • Elektrocardiogram (ECG; registratie van de elektrische activiteit van de hartspier) - om aritmie, geleidingsstoornis of myocardinfarct (hartaanval) uit te sluiten
  • Computertomografie van de schedel (craniale CT, craniale CT of cCT) - als een neurologische oorzaak wordt vermoed (bijv. apoplexie (beroerte)), tumoren).
  • Elektrische impedantie-analyse (meting van lichaamscompartimenten / lichaamssamenstelling) - om lichaamsvet, extracellulair lichaam te bepalen massa (bloed en weefselvloeistof), lichaamscel massa (spier- en orgaanmassa) en het totale lichaam water waaronder body mass index (BMI, body mass index) en taille-heupverhouding (THV); bijv. door vermoeden van ondervoeding (ondervoeding).
  • Lange termijn bloeddruk meten (24-uurs bloeddrukmeting) - om stoornissen van de bloeddrukregulatie uit te sluiten.
  • Geïmplanteerde gebeurtenisrecorder (geïmplanteerd klein apparaat met geheugen chip die af en toe kan opnemen hartritmestoornissen) [hartritmestoornissen?] - om de oorzaken van vallen op te helderen.

Verdere opmerkingen

  • Oudere patiënten (> 55 jaar) dienen een craniale CT te ondergaan na een val, zelfs als ze hemodynamisch stabiel zijn en hun GCS-score (Glasgow Coma Partituur; beoordelingsschema voor bewustzijnsstoornissen en hersenen functie na traumatisch hersenletsel) is normaal. Een op de drie patiënten die op deze manier werden bestudeerd, vertoonde een positieve CT-bevinding, waarna de therapeutische benadering in 95 gevallen moest worden gewijzigd (21.7% van de patiënten) (4.3% onderging neurochirurgie; 17% kreeg aangepaste medicatie vanwege CT-bevindingen). : De studie bevestigt dat oudere leeftijd een risicofactor is voor een positieve CT-bevinding van de schedel en noodzakelijke neurochirurgische interventie.