Inguinale hernia wordt gediagnosticeerd op basis van geschiedenis en fysiek onderzoek.
optioneel diagnostiek van medische apparatuur - afhankelijk van de resultaten van de geschiedenis, fysiek onderzoek, laboratorium diagnostiek, en verplicht diagnostiek van medische apparatuur - Voor differentiële diagnose.
- Abdominale echografie (echografisch onderzoek van de buikorganen) of echografie van de liesstreek - voor visualisatie van de betrokken structuren; bij asymptomatische patiënten is hernia inguinalis onderverdeeld op basis van morfologie:
- Type A (“bultvorm”) → geen chirurgische indicatie aanwezig (aangezien geen risico op opsluiting (darmimpact)).
- Type B ("buisvorm") → geen chirurgische indicatie aanwezig (aangezien geen risico op opsluiting).
- Type C (“zandlopervorm”) → kans op opsluiting, dus aanwezigheid van een indicatie voor chirurgie [ongeacht de symptomatologie!]
- Ultrageluid diagnose van liesbreuk bleek heel nuttig te zijn, met een gevoeligheid van 96.6%, een specificiteit van 84.8% en een positief voorspellende waarde van 92.6%.
- Computertomografie (CT) van de buik (abdominale CT) - onduidelijk ultrageluid bevindingen of ingewikkelde cursussen.
- Magnetische resonantiebeeldvorming (MRI) van de buik (abdominale MRI) - onduidelijk ultrageluid bevindingen of ingewikkelde cursussen.
- Diaphanoscopie (fluoroscopie van lichaamsdelen door een aangesloten lichtbron; hier: scrotum (scrotum)) - om scrotum hernia (testiculaire burch) en bijbehorende hydrocele (water hernia, dwz ophoping van sereus vocht in de testiculaire omhulsels).