Diagnose | Spiertrekkingen in de bovenarm

Diagnose

In het geval van spiertrekkingen de bovenarmbehandelt het diagnostische complex het zoeken naar de oorzaak van de kramp. Een belangrijke basis hiervoor is een grondige en zorgvuldige afname van de medische geschiedenis (medische geschiedenis) in een gesprek tussen arts en patiënt. De focus ligt hier op het bepalen welke spiergroepen worden beïnvloed door de spiertrekkingen, hoe vaak de symptomen voorkomen en of ze gepaard gaan met andere symptomen.

Ook de vraag naar bestaande secundaire ziekten (epilepsieschildklieraandoeningen) of een zwangerschap is belangrijk voor het vinden van de oorzaak. De specialist kan in de regel al relatief nauwkeurig inschatten op basis van de medische geschiedenis of een ernstige ziekte een mogelijke oorzaak is of dat de spiertrekkingen moet als onschadelijk worden aangemerkt. Niettemin, een fysiek onderzoek wordt achteraf uitgevoerd.

Als er iets onduidelijk is, kunnen op apparatuur gebaseerde onderzoeken nodig zijn, zoals het meten van elektrische spieractiviteit (EMG) of het meten van zenuwgeleidingssnelheid (ENG) in de bovenarm. Als een hernia of MS wordt vermoed, beeldvorming of bloed tests zijn ook essentieel.