Alvleesklierkanker: symptomen, prognose

Kort overzicht

  • Symptomen: Lange tijd geen symptomen; later, pijn in de bovenbuik, rugpijn, gewichtsverlies, verlies van eetlust, geelzucht, diabetes mellitus, misselijkheid en braken, spijsverteringsstoornissen, vette ontlasting, enz.
  • Ziekteverloop en prognose: Genezing alleen mogelijk zolang de tumor gelokaliseerd is; meestal ongunstige prognose omdat de tumor vaak laat ontdekt wordt en agressief groeit
  • Onderzoeken: Bloedonderzoek, abdominale echografie, endoscopische echografie, CT, MRI, magnetische resonantie cholangiopancreaticografie (MRCP), verwijdering en analyse van een weefselmonster, laparoscopie.
  • Behandeling: operatie, indien nodig chemotherapie, radiotherapie (alleen in bepaalde gevallen), pijntherapie
  • Preventie: er zijn geen specifieke maatregelen of preventieprogramma’s; het is echter raadzaam om risicofactoren te vermijden

Wat is alvleesklierkanker?

  • Het grootste deel wordt gevormd door het exocriene weefsel. Het produceert een spijsverteringssap dat enzymen bevat, dat naar de dunne darm wordt geleid en essentieel is voor het afbreken en verteren van het ingenomen voedsel.

Beide functies van de alvleesklier zijn van vitaal belang voor het menselijk organisme. Als een van beide faalt, bijvoorbeeld door een tumor of door een andere ziekte, is dat levensbedreigend voor de getroffen persoon.

Meestal ontwikkelt alvleesklierkanker zich in het hoofdgedeelte van de pancreas.

Hoe vaak komt alvleesklierkanker voor?

Alvleesklierkanker is een relatief zeldzame ziekte. Niettemin is het, na maag- en darmkanker, de derde meest voorkomende tumor van het maag-darmkanaal. Het ziekterisico is voor mannen iets hoger dan voor vrouwen. De gemiddelde leeftijd waarop de ziekte begint is ongeveer 72 jaar voor mannen en 76 jaar voor vrouwen.

Wat zijn de symptomen van alvleesklierkanker?

Zodra de symptomen zich voordoen, is alvleesklierkanker vaak al zo ver gevorderd dat de tumor op aangrenzende structuren zoals de galwegen, maag en dunne darm drukt of erin groeit. Het is niet ongebruikelijk dat er metastasen aanwezig zijn. De volgende symptomen komen vaak voor in dit gevorderde stadium van alvleesklierkanker:

  • verlies van eetlust
  • ongewenst gewichtsverlies: als het exocriene weefsel door alvleesklierkanker te weinig of geen spijsverteringsenzymen meer aanmaakt, breekt het organisme voedingsstoffen in de darm slechts beperkt of helemaal niet af. De verminderde toevoer van voedingsstoffen leidt tot gewichtsverlies.
  • Misselijkheid, braken, diarree en winderigheid.
  • Geelzucht (icterus): Kanker in de pancreaskop drukt in sommige gevallen op de galwegen of blokkeert deze. De gal komt dan omhoog en veroorzaakt geelzucht: de huid, slijmvliezen en de witte sclera in het oog worden geelachtig. De urine is donker, de ontlasting lichtgekleurd. Bij sommige patiënten treedt geelzucht op als een vroeg symptoom van pancreaskanker.
  • Hoesten en kortademigheid bij uitzaaiingen naar de longen of het borstvlies
  • Botpijn bij skeletmetastasen
  • Neurologische symptomen bij uitzaaiingen in het centrale zenuwstelsel

De symptomen van alvleesklierkanker zijn vergelijkbaar met die van pancreatitis. Soms komen de twee aandoeningen samen voor. Dit maakt de diagnose moeilijker.

In zeldzamere gevallen vormen zich bij pancreaskanker kleine bloedstolsels als gevolg van druk op omliggende bloedvaten. Deze kunnen het aangetaste bloedvat blokkeren (trombose). Dit gebeurt bijvoorbeeld vaak in de miltader, die dichtbij de alvleesklier loopt.

Als de alvleesklierkanker zich uitbreidt naar het peritoneum (peritoneale carcinomatose), scheiden de kankercellen vocht af in de buikholte – er ontstaat ‘buikwaterzucht’ (ascites). Mogelijke tekenen zijn een uitpuilende of vergrote buik, ongewenste gewichtstoename en spijsverteringsproblemen.

Wat is de levensverwachting bij alvleesklierkanker?

De veel zeldzamere endocriene vormen van alvleesklierkanker groeien daarentegen gewoonlijk langzamer en minder agressief. Hun prognose is daarom vaak gunstiger, en de getroffenen overleven vaak meerdere jaren, zelfs als de diagnose laat wordt gesteld.

Over het geheel genomen heeft alvleesklierkanker een van de laagste overlevingspercentages van alle vormen van kanker. Jaarlijks sterven bijna net zoveel mensen aan alvleesklierkanker als er nieuw de diagnose wordt gesteld. Vijf jaar na de diagnose is slechts ongeveer tien procent van de getroffenen nog niet overleden aan de pancreastumor.

De reden hiervoor is de doorgaans late diagnose en de agressieve groei, waardoor er al vroeg metastasen ontstaan. Als gevolg hiervan is curatieve chirurgie zelden mogelijk.

De oorzaken van alvleesklierkanker zijn nog niet volledig onderzocht. Roken en hoog alcoholgebruik worden echter als betrouwbare risicofactoren beschouwd: volgens deskundigen is het zogenaamde cotininegehalte verhoogd bij zware rokers. Deze stof wordt geproduceerd wanneer nicotine in het lichaam wordt afgebroken en wordt als kankerverwekkend beschouwd. Regelmatig alcoholgebruik doet vaak de alvleesklier ontsteken – en chronische ontstekingen maken het klierweefsel vatbaarder voor alvleesklierkanker.

Bepaalde ziekten zijn verder gevestigde risicofactoren. Vrouwen met erfelijke borstkanker of eierstokkanker en hun familieleden hebben bijvoorbeeld een verhoogd risico op alvleesklierkanker.

Is alvleesklierkanker erfelijk?

Onderzoeken en diagnose

Als pancreaskanker wordt vermoed, zal de arts eerst een gedetailleerd interview met de patiënt houden om zijn of haar medische geschiedenis (anamnese) te achterhalen. De arts zal onder meer vragen om een ​​gedetailleerde beschrijving van alle symptomen, eventuele eerdere ziekten en eventuele bekende alvleesklierkanker in de familie.

Lichamelijk onderzoek: De arts palpeert de buik, bijvoorbeeld om zwelling of verharding in de buikholte op te sporen.

Abdominale echografie: Met behulp van echografie beoordeelt de arts de grootte en conditie van de alvleesklier en andere buikorganen (lever, galblaas, maag, dunne darm etc.) en de omliggende lymfeklieren en onderzoekt deze op uitzaaiingen. Kleine tumoren met een diameter van minder dan één centimeter kunnen echter niet worden gedetecteerd. Echografisch onderzoek is meestal het eerste beeldvormende onderzoek bij vermoeden van alvleesklierkanker.

Weefselmonster: De arts neemt tijdens endo-echografie gewoonlijk weefselmonsters uit verdachte gebieden. Als alternatief steekt hij een holle naald rechtstreeks via de buikwand in de alvleesklier.

Computertomografie (CT): Dit speciale röntgenonderzoek produceert gedetailleerde dwarsdoorsnedebeelden van de pancreas en andere structuren. Hierdoor is het mogelijk om de exacte locatie en grootte van de tumor te bepalen en eventuele uitzaaiingen (bijvoorbeeld in de lymfeklieren of de lever) op te sporen.

Magnetische resonantie cholangiopancreaticografie (MRI) is bijzonder informatief met betrekking tot de diagnose van alvleesklierkanker: dit MRI-onderzoek brengt specifiek de ductale systemen van de pancreas en de gal in detail in beeld. De meeste pancreaskankers ontwikkelen zich uit de cellen die de uitscheidingskanalen van het exocriene klierweefsel bekleden (adenocarcinomen genoemd).

Positronemissietomografie (PET): Bij PET ontvangt de patiënt eerst een radioactief gelabelde stof. Dit hoopt zich op in het tumorweefsel vanwege de hoge metabolische activiteit. Hierdoor kan het tumorweefsel tijdens tomografie gemakkelijk worden onderscheiden van het omringende gezonde weefsel.

Röntgenfoto van de thorax: De röntgenfoto's kunnen eventuele dochtertumoren (metastasen) in de longen detecteren.

Skeletscintigrafie: Dit onderzoek wordt gebruikt om botmetastasen op te sporen. De patiënt krijgt een kortwerkende radioactieve stof die zich specifiek ophoopt bij botmetastasen. Met een speciale camera kunnen de tumorplaatsen vervolgens in beeld worden gebracht.

Pancreascarcinoom: stadia

  • Fase 1: De tumor beperkt zich tot de pancreas.
  • Fase 2: De tumor bereikt een diameter van meer dan vier centimeter; Als alternatief, als de tumorgrootte kleiner is, zijn er al lymfeklieren bij betrokken.
  • Fase 3: De omliggende lymfeklieren worden steeds meer aangetast en de tumor kan in de omgeving al uitgroeien tot grotere bloedvaten.
  • Stadium 4: Er hebben zich ook uitzaaiingen in andere organen gevormd (zoals long- of levermetastasen).

Als alvleesklierkanker in een vroeg stadium wordt ontdekt, zal de arts proberen deze zo volledig mogelijk te genezen. Alvleesklierkanker wordt echter meestal pas laat ontdekt. Genezing is dan meestal niet meer mogelijk. In dit geval dient de behandeling om de symptomen van de getroffenen te verlichten en om de verdere verspreiding van de tumor te vertragen of te stoppen (palliatieve therapie).

Chirurgische therapie

Een operatie wordt alleen overwogen bij tien tot twintig procent van de patiënten met alvleesklierkanker. De operatie is pas echt effectief als het omliggende weefsel nog kankervrij is. Als de tumor tijdens de operatie volledig kan worden verwijderd, is genezing wellicht mogelijk.

Bij alvleesklierkanker in de staart van de alvleesklier moet de arts vaak ook de milt verwijderen. In sommige gevallen van alvleesklierkanker is het niet voldoende om het zieke weefsel uit de alvleesklier te verwijderen; de arts moet de hele alvleesklier verwijderen.

Tijdens de operatie verwijdert de chirurg ook minimaal tien tot twaalf van de aangrenzende lymfeklieren. Als ze niet door kankercellen worden aangetast, bestaat de mogelijkheid dat de tumor zich nog niet heeft verspreid.

Chemotherapie

In de regel wordt een pancreaskankeroperatie gevolgd door chemotherapie (adjuvante chemotherapie). De patiënt krijgt speciale medicijnen (cytostatica) die voorkomen dat de kankercellen zich vermenigvuldigen.

Soms is chemotherapie zelfs vóór de operatie nodig. Deze neoadjuvante chemotherapie is bedoeld om de tumor te verkleinen, zodat deze gemakkelijker kan worden verwijderd. Als de tumor al gevorderd is en een operatie geen optie meer is, is palliatieve chemotherapie voor alvleesklierkanker de voorkeursbehandeling. Het doel is om de overleving te verlengen en de kwaliteit van leven te verbeteren.

radiotherapie

Deskundigen raden over het algemeen geen bestralingstherapie (radiotherapie) aan voor alvleesklierkanker. Het is echter mogelijk binnen het kader van gecontroleerde studies. Het wordt meestal gebruikt in combinatie met chemotherapie (radiochemotherapie) bij patiënten met lokaal gevorderde alvleesklierkanker bij wie een operatie geen succes belooft.

Bij alvleesklierkanker die niet meer te genezen is, gebruiken artsen bestraling ook om klachten als tumorpijn specifiek te verlichten.

Andere therapieconcepten

De mogelijkheid om nieuwere therapeutische benaderingen te gebruiken, zoals gerichte therapieën en immuuntherapieën, is doorgaans alleen beschikbaar voor pancreaskanker in de context van klinische onderzoeken. Er zijn nog niet voldoende gegevens over de werkzaamheid en het voordeel van deze behandelmethoden bij pancreaskanker.

Pijn therapie

Veel mensen met alvleesklierkanker hebben last van hevige pijn in de buik. Deze worden behandeld door middel van pijntherapie volgens het stappenplan van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO):

Bij sommige patiënten met ongeneeslijke alvleesklierkanker helpt pijntherapie met medicijnen niet voldoende. In dergelijke gevallen kan de arts proberen een zenuwplexus in de buik te blokkeren, de zogenaamde coeliakieplexus. Hierdoor wordt voorkomen dat de pijnprikkels naar de hersenen worden overgebracht.

Andere maatregelen

Dit kan vaak worden bereikt met individueel aangepaste pijntherapie (zoals hierboven beschreven). Indien nodig worden andere palliatieve maatregelen toegevoegd. Als de tumor bijvoorbeeld de galwegen vernauwt of sluit, lijden de getroffenen aan geelzucht. In dit geval is endoscopische chirurgie nuttig: de arts brengt een klein plastic buisje (stent) in het galkanaal om het open te houden.

Naast artsen ondersteunen fysiotherapeuten, masseurs, maatschappelijk werkers, psychologen en aalmoezeniers de palliatieve behandeling van mensen die getroffen zijn door alvleesklierkanker.

Dieet voor alvleesklierkanker

Alvleesklierkanker verstoort vaak de functie van de alvleesklier. Dit geldt zelfs na een operatie waarbij chirurgen de alvleesklier of delen ervan hebben verwijderd. De alvleesklier maakt belangrijke spijsverteringsenzymen. Het regelt ook de bloedsuikerspiegel met hormonen zoals insuline.

Voeding bij pancreashoofdcarcinoom

Bij kanker van de alvleesklier of na de operatie ervan is het raadzaam om het dieet aan te passen. Voedingstips bij alvleesklierkanker zijn:

  • Eet geen grote maaltijden: Eet liever meerdere keren per dag (vijf tot acht keer) en in kleinere hoeveelheden.
  • Geen vetrijke maaltijden: Gebruik bij het koken ook speciale vetten, de zogenaamde MCT-vetten (= middellange keten triglyceriden). Deze vind je bijvoorbeeld in een natuurvoedingswinkel.
  • Uitgebreid kauwen: Dit zorgt ervoor dat er voldoende speeksel door het voedsel wordt gemengd. Hierin zitten stoffen die een soortgelijke werking hebben als de enzymen van de alvleesklier.
  • Drink goed: Drink vooral water, thee of groentesappen. Bij alvleesklierkanker kun je alcohol het beste volledig achterwege laten. Het legt een grote druk op het orgel.

Als algemene regel geldt: eet wat u het beste verdraagt. Om hier achter te komen helpt het om een ​​eetdagboek bij te houden.

Dieet bij alvleesklierkanker

Dit komt omdat getroffenen nu naast het injecteren van insuline ook de tekenen van bijvoorbeeld hypoglykemie moeten leren herkennen. Symptomen zijn bijvoorbeeld:

  • tremor
  • hongerige eetlust
  • Zweten
  • Hartkloppingen
  • Bloedsomloopproblemen
  • 피로
  • verwarring
  • flauwvallen, coma

Getroffen personen moeten altijd dextrose of speciale suikeroplossingen bij zich hebben in geval van nood. Informeer ook uw omgeving, zodat zij in geval van nood weten wat er aan de hand is en zo nodig kunnen helpen.

Als de kanker grote delen van de alvleesklier heeft vernietigd of als artsen het orgaan volledig hebben verwijderd, ontbreken zowel belangrijke spijsverteringseiwitten als hormonen. De getroffenen krijgen dan ook medicijnen met enzymen en injecteren zichzelf voortaan met insuline. Ook hier zijn de behandelend artsen en voedingsdeskundigen de belangrijkste aanspreekpunten.

het voorkomen

Studies hebben aangetoond dat een dieet rijk aan groenten en fruit met een hoog vezelgehalte en veel vitamines het risico op ziekten vermindert. Dit geldt niet alleen voor alvleesklierkanker, maar ook voor de meeste andere vormen van kanker. Er zijn echter geen specifieke voedingsaanbevelingen die het risico op vooral alvleesklierkanker verminderen.