De werking van de ziekte van Dupuytren | Wat is de ziekte van Dupuytren?

De werking van de ziekte van Dupuytren

Een operatie voor de ziekte van Dupuytren leidt tot het beste therapeutische succes op lange termijn. Er kunnen verschillende chirurgische technieken worden gebruikt. Er wordt een fundamenteel onderscheid gemaakt tussen incisie en excisie.

Afhankelijk van de ernst van de ziekte kan de vinger gewrichten moet ook operatief worden behandeld en contracturen moeten worden verwijderd. Postoperatieve nabehandeling is bijzonder belangrijk en heeft een grote invloed op het succes van de therapie op de lange termijn. Het bestaat uit immobilisatie van de hand en specifieke fysiotherapeutische oefeningen en moet ongeveer drie tot vijf dagen na de operatie worden gestart.

De oefeningen herstellen de flexibiliteit en beweeglijkheid van de hand en voorkomen hernieuwde littekencontracturen. De daaropvolgende litteken zorg is ook belangrijk om de littekens soepel te houden en te voorkomen dat ze opnieuw uitharden. Voor meer gedetailleerde informatie verwijzen wij u naar ons onderwerp: Chirurgie van een M. Dupuytren

  • Tijdens de incisie, de bindweefsel strengen die zich in de handpalm hebben gevormd en die hebben geleid tot contracturen van de vingers, worden ingesneden, waardoor de vingers opnieuw worden gestrekt.

    Om een ​​hernieuwde contractuur na de operatie te voorkomen, wordt de incisie gemaakt in zigzaglijnen (zogenaamde Z-plasty).

  • Bij de excisieprocedures, delen of zelfs het geheel bindweefsel plaat van de palm wordt verwijderd. Een optie eronder is dermofascicectomie. In deze procedure wordt het getroffen gebied van de bindweefsel plaat en de verkorte huid erboven worden verwijderd.

    Omdat dit resulteert in een groot weefseldefect in de handpalm, wordt daar vervolgens een huidtransplantaat ingebracht. De meest gebruikte procedure is een gedeeltelijke aponeurectomie. Hierbij wordt al het aangetaste weefsel van de handpalm en vingers verwijderd.

    Bij partiële fasciotomie worden echter alleen delen van de verharde aponeurose verwijderd. In het verdere verloop van de ziekte komen recidieven vaker voor dan wanneer de hele fascia was verwijderd. De meest radicale procedure is de volledige aponeurectomie.

    Bij deze procedure wordt zowel aangetast als niet-aangetast fasciaal weefsel verwijderd uit de handpalm en vingers. Dit zou het risico op herhaling postoperatief moeten verminderen. Deze methode werd lange tijd als de voorkeursprocedure beschouwd, maar tegenwoordig verdient deze alleen de voorkeur als de ziekte ernstig is.

    Vanwege de ingrijpende aard van de procedure komen complicaties vaker voor, die veel minder vaak worden waargenomen bij partiële aponeurectomie.

De duur van genezing na een operatie voor de ziekte van Dupuytren kan variëren. Een snelle start met fysiotherapeutische oefeningen heeft een positief effect op het beloop van de ziekte en helpt de patiënt om snel weer op krachten te komen. De meeste patiënten kunnen na zes weken weer aan het werk.

Niettemin duurt volledig herstel doorgaans enkele maanden. Na een operatie moet de geopereerde hand gedurende vijf dagen met een spalk worden vastgezet. Gedurende deze tijd moet de hand volledig worden ontzien, waarna een vroege start met fysiotherapie wordt aanbevolen. Er zijn verschillende chirurgische opties en de genezingstijd varieert van persoon tot persoon. Niettemin kunnen de meeste patiënten ongeveer zes weken na de operatie hun werk hervatten.