De werking van de hallux rigidus | Hallux rigidus

De werking van de hallux rigidus

Er zijn verschillende procedures beschikbaar voor de werking van hallux rigidus. Elke procedure moet worden aangepast aan de patiënt voorwaarde, het stadium van de ziekte en natuurlijk naar het gewenste resultaat. Chirurgie wordt pas in de latere stadia overwogen, terwijl de vroege stadia conservatief worden behandeld.

In de middelste stadia van de ziekte moet in ieder geval een operatie worden uitgevoerd om het gewricht te behouden. Een procedure die hier in overweging komt, is de zogenaamde cheilectomie. Dit houdt in dat het gezamenlijke capsule.

Na verwijdering van een deel van het gewrichtsmembraan, de kraakbeen wordt gekeurd. In het gebied van het gewricht kraakbeenuitstekende delen (ostefyten) worden verwijderd en het kraakbeen als geheel wordt gladgestreken in het gebied van het gewricht. Na uitgebreide irrigatie wordt de wond vervolgens weer gesloten.

Bij deze methode blijven de relevante delen van het gewricht en het ligament- en peesapparaat intact. Vanwege de lage invasiviteit zijn latere operaties met andere methoden nog steeds mogelijk. Deze methode is vergelijkbaar met de afvlakking die vaak wordt gebruikt in de kniegewricht in een knie endoscopie.

Na de operatie moeten bewegingsoefeningen en laden met behulp van een dikke sok zo snel mogelijk worden gestart. Een andere methode om de beweeglijkheid van het grote teengewricht te herstellen, is de osteotomie van de basis falanx. Er wordt een wig uit de middenvoetsbeentje bot van bovenaf.

De benige laag richting de voetzool blijft in eerste instantie intact en wordt daarna lichtjes opengebroken om de wigvormige incisie te sluiten. Bij deze chirurgische methode wordt het resultaat vervolgens gestabiliseerd met klemmen of schroeven. Na de operatie moet gedurende 6 weken een stijve schoen worden gedragen om de voet te stabiliseren totdat het bot stevig is genezen.

Deze techniek kan op verschillende manieren worden toegepast botten van de voet, maar heeft altijd het effect dat door het uitsnijden van een wig of schijf, de positie van het gewricht hoofd is gewijzigd om meer mobiliteit mogelijk te maken en het risico van onjuist laden te minimaliseren. Arthrodese is een andere procedure die wordt gebruikt, vooral bij patiënten die een hoge belastingsstabiliteit nodig hebben. Tijdens artrodese wordt het aangetaste gewricht verstijfd.

Het doel van de hele procedure is om de botten van de grote teen en de metatarsus door middel van een benige extensie. Het originele gezamenlijke gebied inclusief kraakbeen en het gewrichtsoppervlak wordt hierdoor vervangen ossificatie. Tijdens de operatie wordt het gewricht verwijderd en worden de botoppervlakken samengevoegd.

Deze constructie moet eerst worden gestabiliseerd met spijkers of schroeven totdat het resulterende bot deze taak zelfstandig aankan. Deze techniek resulteert ook in variaties, afhankelijk van de exacte symptomen. Bij de zogenaamde lapidus arthrodesis is bijvoorbeeld het gewricht tussen de middenvoetsbeentje en de tarsus is verstijfd.

Naast schroeven voor stabilisatie worden ook platen gebruikt. Na de operatie moet de voet enkele dagen worden opgetild. De grote teen zelf mag dan ongeveer 6 weken niet worden belast om het bot een zekere mate van stabiliteit te geven.

De artrodese verandert de afrolbeweging van de voet onder belasting. Dit is vooral handig om te voorkomen pijn. In tegenstelling tot prothetische ingrepen is er geen risico op later loskomen.

90% van de patiënten geeft aan tevreden te zijn met het resultaat na de operatie. De vervanging van de metatarsofalangeale gewricht van de grote teen met een prothese is ook mogelijk in het geval van hallux rigidus. Het belangrijkste voordeel van prothesen is dat de natuurlijke beweeglijkheid van het gewricht zoveel mogelijk behouden of hersteld wordt.

De beperkingen na de operatie zouden dus minder ernstig moeten zijn, maar zelfs met deze prothesen is het niet meer toegestaan ​​om activiteiten uit te voeren die aan maximale belasting onderhevig zijn. De prothese wordt op dezelfde manier aangebracht als de kniegewrichtbijvoorbeeld en aangepast aan de anatomische kenmerken. Deze procedure wordt nu op veel plaatsen als standaard beschouwd.

Naast mobiliteit zijn de voordelen ook snel pijn Verlichting. Als er zich bovendien problemen voordoen met de prothese, dan is door de zeer behoedzame pasprocedure een ingreep met een andere ingreep later ook mogelijk. Ook hier geldt dat een schoen met een stabiele zool ongeveer 6 weken moet worden gedragen en oprollen moet worden vermeden. Na 6 weken dient de prothese echter goed aan het bot te zijn gehecht, zodat belasting mogelijk is.