Breuk van het achterste kruisband

Synoniemen

achterste kruisbandruptuur, HKB, HKB-ruptuur, kruisbandlaesie, posterieure knie-instabiliteit, posterieure kruisbandinsufficiëntie, chronische insufficiëntie van de achterste kruisband, kruisbandplastic

Definitie

Een posterieur kruisband breuk wordt veroorzaakt door het overschrijden van de maximaal mogelijke extensie van de achterste kruisband, meestal door uitwendige kracht. Dit is een volledige breuk, een zogenaamde continuïteitsonderbreking, van het achterste kruisband, waarbij een sagittale (= parallel aan de centrale as) instabiliteit en het zogenaamde ladeverschijnsel (= grote verplaatsing van de onderste been tegen dij) wordt merkbaar.

Oorzaak voor scheuren van de kruisband

In de meeste gevallen niet alleen het achterste kruisband wordt aangetast door een achterste kruisbandruptuur. De verwondingen zijn meestal veel complexer en treffen meestal het geheel kniegewricht, soms met enorme nadelige gevolgen. Ongevallen zijn vaak verantwoordelijk voor gescheurde achterste kruisbanden, en vaak ook voor auto-ongelukken. Dit komt door het feit dat het zitten in een auto het lager veroorzaakt been buigen. Als je het er met kracht tegenaan duwt, kan de achterste kruisband tranen.

Symptomen

Een scheur in de achterste kruisband gaat meestal gepaard met typische symptomen die kenmerkend zijn voor het letsel. Direct na het trauma dat verantwoordelijk is voor de breuk van de achterste kruisband, zwelling van de knie en significant pijn in de kniegewricht komen meestal voor. Verder een instabiliteit van de getroffenen kniegewricht is opvallend, wat vooral bestaat uit de flexie van het kniegewricht.

Afhankelijk van de omvang van het letsel en de aangetaste weke delen structuren, kunnen kneuzingen en open wonden ontstaan. Vaak zijn er begeleidende verwondingen van andere ligamenten, botten or kraakbeen, dat is de reden waarom het resulterende pijn kan alleen diffuus worden gelokaliseerd. Tijdens de fysiek onderzoekvalt het zogenaamde ladeverschijnsel op doordat het kniegewricht door de scheur een belangrijke fixatie mist.

Een positieve schuifladetest en een Lachmann-test zijn typische tekenen van een achterste kruisbandruptuur. Over het algemeen zijn onderzoeken van een kniegewricht met een vers ligamentletsel moeilijk vanwege het ernstige pijn. De pijn treedt op op het moment van het letsel, neemt af, maar komt meestal weer terug als het ligament wordt belast.

Er dient altijd een vergelijking te worden gemaakt met de “gezonde” kant. De breuk kan ernstige zwelling en effusies veroorzaken. Tijdens het examen wordt de mate van mogelijke mobiliteit en de meniscus tekens moeten worden verduidelijkt.

Zoals reeds vermeld, kan de mediale en laterale ligamentstabiliteit worden gecontroleerd door middel van de zogenaamde Lachmann-test. De schuifladetest, die ook wordt beschreven, kan niet worden geactiveerd bij een acuut letsel vanwege de spierspanning in het acute geval. Bij acute zwelling van het kniegewricht en een kniegewricht prik Als gevolg hiervan wordt aangegeven, kan het ook informatie geven over het al dan niet aanwezig zijn van een ligamentletsel in het kniegewricht.

If bloed van het kniegewricht wordt doorboord tijdens een prik, duidt dit meestal op een ligamentletsel aan het kniegewricht. Vaak wordt de diagnose pas gesteld nadat het kniegewricht instabiel is geworden. Dit kan leiden tot wijzigingen in de kraakbeen en meniscus door slijtage.

De diagnose wordt voornamelijk gesteld door het testen van de stabiliteit van het kniegewricht in gestrekte en gebogen posities, in externe en interne rotatie en in de normale positie van de voet. Een nauwkeurig onderzoek van de knie met betrekking tot zwelling, effusie en het looppatroon is ook essentieel. Het naburige gewrichten moet altijd worden onderzocht op verduidelijking en de bloed Er dient rekening te worden gehouden met circulatie, motoriek en gevoeligheid.

Bij acuut letsel zijn de stabiliteitstests doorgaans moeilijk uit te voeren vanwege de spierspanning, zodat verdere instrumentele maatregelen moeten worden genomen om een ​​diagnose te stellen. Dit zijn bijvoorbeeld:

  • Röntgenstraal diagnostiek: röntgenfoto's in verschillende variaties geven informatie over mogelijke botlaesies.
  • Magnetische resonantietomografie (MRT): Voor de uiteindelijke opheldering of en in welke mate er sprake is van een kruisbandruptuur. Met behulp van magnetische resonantiebeeldvorming (MRI) kan de opgetreden schade nauwkeurig worden ingeschat en kunnen eventueel noodzakelijke operaties nauwkeurig worden gepland en gestart.
  • Beoordeling van zwelling van de knie, gewrichtseffusie, bewegingsbereik en bewegingspijn
  • Beoordeling van looppatroon, beenassen
  • Evaluatie van het femoropatellaire gewricht (glijlagering van de patella)
  • Beoordeling van kniestabiliteit en meniscus
  • Spieratrofie (verzwakking van de spierontlasting)
  • Beoordeling van aangrenzende voegen
  • Beoordeling van doorbloeding, motoriek en gevoeligheid (gevoel op de huid)

Noodzakelijke apparaatonderzoeken Röntgenfoto: kniegewricht in 2 vlakken, patella (knieschijf) tangentieel Speciaal onderzoek nuttig in individuele gevallen

  • Röntgenstraal: Kniegewricht pa in staande positie in 45 graden flexie
  • Fricke afbeelding (tunnel afbeelding)
  • Opgenomen beelden
  • Afbeeldingen van het hele been onder belasting
  • Functionele beelden en bijzondere projecties
  • Echografie (meniscus, cyste van Baker)
  • Computertomografie (vooral tibiale kopfractuur)
  • Magnetische resonantie beeldvorming (kruisbanden, meniscus, botletsel)
  • Punctie met synoviale analyse (voor effusie)
  • Automatische ladetest (geen standaardtest)