Begeleidende symptomen van een loopstoornis | Loopstoornis

Begeleidende symptomen van een loopstoornis

Loopstoornissen gaan vaak gepaard met andere symptomen. In het geval van een orthopedische oorzaak van a loopstoornis zoals een hernia of wervelkanaal stenose, pijn speelt vaak een grote rol. Gevoelens van gevoelloosheid of paresthesie (tintelende paresthesieën) en spierverlamming zijn ook denkbaar.

Dit is ook het geval bij neurologische ziektebeelden. Als het loopstoornis komt voor bij patiënten met multiple sclerose, sensorische stoornissen en spierverlamming komen vaak voor. Dit geldt ook voor loopstoornissen in het kader van a beroerte.

Voor patiënten met de ziekte van Parkinson, tremor (spiertrillingen) is een typisch begeleidend symptoom. Patiënten met een loopstoornis als gevolg van een chronische toename van de intracraniële druk, zijn de bijbehorende symptomen dementie (meestal omkeerbaar) en urine-incontinentie. Als een aandoening van het binnenoor verantwoordelijk is voor de loopstoornis, wordt deze meestal geassocieerd met een gehoorverlies.

Samenvattend kan worden gesteld dat loopstoornissen vaak gepaard gaan met begeleidende symptomen. Deze kunnen een goede indicatie geven van de oorzaak van de loopstoornis. In het geval van een ataxische loopstoornis is er sprake van een verstoring van de volgorde en coördinatie van spierbewegingen.

Dit blijkt uit een overeenkomstige verandering in het looppatroon. Patiënten lopen meestal met hun benen uit elkaar en zien er erg onvast uit. Voor buitenstaanders lijkt dit vaak op de manier van lopen van een dronken persoon.

De meest voorkomende oorzaak van een ataxische loopstoornis is een ziekte van de cerebellum. De cerebellum heeft een centrale functie als het gaat om evenwicht maar ook het plannen van bewegingssequenties. Daarom een ​​behoorlijke cerebellum functie is essentieel voor een soepel looppatroon.

Tumoren of circulatiestoornissen in het cerebellum zijn te herkennen aan ataxische gangstoornissen. Een pathologische dilatatie van het cerebrospinale vocht (hydrocephalus) kan ook leiden tot een atactische loopstoornis. Dit is vergelijkbaar met het looppatroon van een parkinsonpatiënt.

De getroffen persoon zet slechts kleine stapjes. Als de ziekte meer uitgesproken is, is lopen zonder ondersteuning wellicht nauwelijks mogelijk. Een fobische loopstoornis wordt gekenmerkt door een ongegronde, overdreven loopangst, daarom worden fobieën beschouwd als Angst stoornissen.

Getroffen personen proberen de angstwekkende situatie te vermijden. Vaak is de gedachte eraan al genoeg om angst op te wekken. De getroffen personen bewegen daarom slechts zeer aarzelend. Sommige lopen als op ijs. De chronische angstreactie kan leiden tot secundaire spierspanning, wat vervolgens kan leiden tot duizeligheid en evenwicht problemen, vooral als het zich voordoet in het gebied van de cervicale wervelkolom.