Kritiek op open onderwijs | Open lessen

Kritiek op open onderwijs

Het open vorm van lesgeven is een zeer controversiële methode en het lijkt erop dat er een tegenstelling bestaat tussen het bijvoeglijk naamwoord open en het woord onderwijzen. Volgens critici van open onderwijs kan het dus helemaal geen lering zijn. Het grootste probleem bij de implementatie van open onderwijs is dat er tot dusver geen alomvattend concept is.

Als gevolg hiervan verschillen de meningen van leraren over wat zij onder open instructie verstaan. Vanwege dit individuele begrip van open lessen, er zijn geen vergelijkbare onderzoeken. Verder is er een discrepantie tussen wat de individuele docenten belangrijk vinden uit de leren inhoud en wat de studenten daadwerkelijk leren.

Methoden van open onderwijs

Open lessen bestaan ​​uit verschillende methoden of kunnen zeer verschillende methoden omvatten. Een methode is bijvoorbeeld het weekschema. De docent geeft de student concrete werkopdrachten die binnen een week of een andere afgesproken termijn moeten worden afgerond.

De werkopdrachten bestaan ​​meestal uit verplichte en optionele taken die zijn aangepast aan het niveau van de student. De student organiseert zijn of haar eigen timemanagement. Een andere methode is vrij werken of ook wel vrij werken genoemd.

Net als andere vakken is dit vrije werk met een paar uur per week stevig verankerd in het rooster. De studenten hebben een ruim aanbod van leren materiaal over een voorbehandeld onderwerp uit één klas. Nu kunnen ze zich zelfstandig in het onderwerp verdiepen met materialen naar keuze, die overeenkomen met hun prestatieniveau, en ook vrijelijk een sociale vorm kiezen.

Daarnaast is er ook projectonderwijs. Individuele studenten of groepen studenten moeten in een project zelfstandig aan een kwestie of probleem werken en proberen deze op te lossen, zo mogelijk zonder hulp van de leraar. Een andere methode van open lesgeven is station leren, die kan worden vergeleken met circuit training in de sport. De leerlingen krijgen één instructie per station, die voorziet in actiegericht leermateriaal van verschillende soorten, en kunnen vervolgens zelfstandig en vrij op elk station werken.