Appendicitis: chirurgische therapie

Bij de behandeling van acute ongecompliceerde appendicitis, de eerste regel therapie in alle leeftijdsgroepen is blindedarmoperatie.

In ongecompliceerd appendicitis, vertragen blindedarmoperatie door 12 tot 24 uur aanhoudend antibioticum therapie vanaf het moment van diagnose leidt niet tot een verhoogde perforatiesnelheid.

Patiënten met het klinische beeld van gecompliceerd appendicitis moet onmiddellijk worden geopereerd.

In aanwezigheid van een abces (ingekapselde verzameling van pus).

  • Perityphlitisch abces (vorming van een ingekapselde verzameling pus rond de appendix / appendix): Als macroabces → interventionele drainage (plastic buis die kan worden ingebracht in bijvoorbeeld een verzameling pus (abces)) in combinatie met antibioticum therapie en, afhankelijk van het verloop, een interval blindedarmoperatie (appendectomie in een symptoomvrije fase).
  • Als microabces → onmiddellijke operatie (omdat gewoonlijk een prik is technisch niet haalbaar).

1e bestelling

  • Appendectomie (chirurgische verwijdering van de appendix vermiformis):
    • 3-Trocar laparoscopie, dwz minimaal invasief via laparoscopie (gouden standaard; ongeveer 70% van de gevallen) of
    • Laparotomie (incisie in de buik)

Andere notities

  • Kinderen met blindedarmontsteking hebben niet per se een operatie nodig onmiddellijk na ziekenhuisopname. Eén onderzoek toont aan dat uitstel tot maximaal 24 uur na de diagnose het risico op complicaties niet vergroot.
  • Terugkerende blindedarmontsteking bij een kind moet operatief worden verwijderd zodra de ontsteking is genezen met antibiotische therapie en het kind stabiel is. voorwaarde​ Dit wordt meestal gedaan door een minimaal invasieve intervalappendicectomie, die als bijzonder veilig wordt beschouwd en zeer zelden gepaard gaat met complicaties.
  • Zie wegens ongecompliceerde appendicitis bij kinderen en volwassenen ook onder “Medicamenteuze therapie”. Opmerking: Risicogroepen voor een conservatieve therapieprocedure zijn:
    • Leeftijd> 65 jaar
    • Obesitas / obesitas (BMI> 30 kg / m2)
    • Immunosuppressie (onderdrukking van de immuunsysteem) of verworven immunodeficiënties (immunodeficiency).
    • Bewijs van een appendicolith (fecale steen met afzetting van calcium of andere anorganische zouten).