Anorexia | Hoe dun kan je zijn?

Anorexia

Anorexia nervosa is een geestesziekte geassocieerd met een eetstoornis. De getroffen personen, voornamelijk meisjes en jonge vrouwen, vinden hun lichaam te dik (lichaamsschema-stoornis) en proberen pathologisch hun lichaamsgewicht onder controle te houden. Door de hoeveelheid voedsel die ze eten tot een minimum te beperken en soms veel te sporten, verminderen ze hun lichaamsgewicht drastisch.

Hun gedachten draaien constant om voedsel en hun gewicht. In aanvulling op anorexia, boulimia kan ook worden toegevoegd aan het klinische beeld, dat wordt gekenmerkt door systematisch braken na het eten. Naast het onderaanbod van het lichaam, dat het enorm verzwakt, anorexia kan ook leiden tot ernstige hart- defecten en hormonale onevenwichtigheden.

De therapie van een eetstoornis, dat meestal wordt uitgevoerd in een kinder- en jeugdpsychiatrische instelling, kan erg moeilijk zijn. Vaak moeten de patiënten eerst inzicht in de ziekte laten zien. Gedwongen voeren door middel van een maag buis is niet ongewoon.

Het vereist bijna altijd langdurige therapie voordat er echt over genezing kan worden gesproken. De resultaten zijn echter goed. De meeste patiënten worden op jonge leeftijd niet meer door de ziekte getroffen.

Overgang naar een eetstoornis

De drang om lichaamsgewicht te verliezen kan heel normaal zijn als u dat eerder was te zwaar. De persoon voelt zich niet lekker in zijn lichaam en wil daarom een ​​paar kilo afvallen. Tot het normale gewicht, dat op basis van de BMI kan worden berekend, is een gewichtsvermindering volkomen legitiem en zelfs wenselijk vanuit een volksgezondheid standpunt.

Als het gewichtsverlies echter aanhoudt, zelfs na het bereiken van een normaal gewicht, of als een persoon met een normaal gewicht de neiging heeft om veel af te vallen, eetstoornis Het pathologische proces begint meestal met een gedetailleerde lijst van al het geconsumeerde voedsel, waardoor een exact overzicht van de calorieën verbruikt. Maaltijden in gezelschap worden steeds vaker afgewezen, waarbij vaak alleen wordt gesproken over het feit dat er eten is gegeten. Patiënten die al als zodanig kunnen worden omschreven, vermijden bewust “dikmakende” voedingsmiddelen.

In eerste instantie wordt de zorgwekkende ontwikkeling niet opgemerkt, vooral niet door mensen om hen heen. De patiënten voelen zich daarbij meestal niet te mager, daarom zoeken in ieder geval die personen, die getroffen zijn door een eetstoornis, zelfstandig hulp en gaan in therapie tegen hun eetstoornis. De overgang van een dieet tot een massale eetstoornis gebeurt verraderlijk, maar de personen hebben meestal eerder een verschoven zelfbeeld.