Zelfinstructietraining: behandeling, effecten en risico's

Zelfinstructietraining houdt rekening met het feit dat mensen de hele tijd bewust of onbewust interne dialogen aangaan. Zelf-praten van een demotiverende, angstige en negatieve aard leidt tot overeenkomstige emoties en gedragingen. Aan de andere kant, wie erin slaagt om op een andere, meer aanmoedigende, meer motiverende manier intern met zichzelf te praten door middel van gerichte zelfinstructietraining, bereidt de voorwaarden voor om extern anders te kunnen handelen.

Wat is de zelfinstructietraining?

Zelfinstructietraining is erop gericht om gerepeteerde zelfinstructies te gebruiken om het gedrag van een persoon te sturen, zodat ze beter kunnen omgaan met hun dagelijkse behoeften. Donald W. Meichenbaum ontwikkelde deze coping-techniek in de jaren zeventig. Het werd veroorzaakt door de observatie van schizofrene patiënten die beter in staat waren om te gaan met de taken die voor hen waren ingesteld als ze de relevante instructies herhaalden. In de loop van zo'npraten”Of monologen, een en dezelfde persoon is zowel de afzender als de ontvanger van zijn of haar eigen berichten. Volgens Meichenbaum worden psychische stoornissen ook in stand gehouden door de manier waarop deze innerlijke monologen plaatsvinden. Problematische, verontrustende en niet-voelbare-realiteits-spraak tot zichzelf lokt navenant negatieve emoties en gedragingen uit. Deze kunnen niet alleen psychische stoornissen in stand houden, maar volgens Meichenbaum er in de eerste plaats ook toe leiden. Omgekeerd ondersteunt de controlerende inhoud van positief sturende zelfinstructies de ontwikkeling van gezond zelfvertrouwen. Patiënten hebben meer kans om zichzelf te helpen een juiste perceptie van de werkelijkheid en een gepast aangepaste emotionele toestand te bereiken met bemoedigende, bevestigende instructies.

Functie, effect en doelen

Meichenbaum paste zijn actieregulerende coping-techniek voor het eerst toe bij het trainen met kinderen die dat wel hadden attention deficit hyperactivity disorder (ADHD​ Hij boekte ook bijzonder succes met deze methodiek bij jongens en meisjes met agressieproblemen. In zelfinstructietraining leren impulsief handelende kinderen alternatief gedrag waar te nemen met behulp van taal in de vorm van zelfinstructie. Meichenbaum ontwierp in de jaren zeventig een vijfstappenmodel voor de praktische toepassing van deze training. Ten eerste maakt een model het gewenste doelgedrag expliciet onder hardop uitgesproken opmerkingen. Vervolgens worden de kinderen door de trainer begeleid bij het uitvoeren van de gestelde taken door middel van luid uitgesproken instructies. In de derde fase herhaalt het kind de taak door zichzelf al stap voor stap hardop te instrueren. Hierop voortbouwend wordt de oefening herhaald met alleen gefluisterde zelfinstructie. In de vijfde en laatste fase van het model stuurt het kind in stilte zijn gedrag om de taak uit te voeren. Zelfinstructie werkt omdat het innerlijke zelfpraten kan op een heel specifieke manier worden beïnvloed. Door specifieke instructies te geven, kan een persoon zich concentreren op hoe hij of zij een bepaalde situatie wil waarnemen en beheersen. Dienovereenkomstig is de innerlijke dialoog in de eerste plaats gericht op het bepalen van het probleem. De persoon analyseert de vereiste die voor hem wordt gesteld en vraagt ​​zich af "Wat moet ik doen?" De tweede stap is het herhalen van de taak in eigen woorden om de exacte vereisten, de planning van het project, te definiëren. De derde stap betreft de stapsgewijze implementatie, vergezeld van luid, motiverend denken. De vierde fase is een zelfbeheersende, gefocuste beoordeling van het resultaat. Correcties kunnen op elk moment worden aangebracht, indien nodig, door terug te gaan naar de vorige fase van het model. De vijfde stap sluit het model af met zelfversterkende zelfverheerlijking en maakt zo de bekrachtiging mogelijk van de positieve ervaring om zelfstandig aan een taak te hebben gewerkt en deze met succes te hebben voltooid. Uiteindelijk is het de bedoeling dat de persoon zijn of haar eigen therapeut is en zijn of haar emoties en vooral zijn of haar gedrag bepaalt, onafhankelijk van externe begeleiding. Bij kinderen daarentegen is het gebruik van een voor de hand liggend beloningssysteem belangrijk. Doordachte, geconcentreerde, zorgvuldige actie moet specifiek door de trainer worden beloond als gewenst gedrag in ADHD De zelfinstructietraining wordt tegenwoordig aangevuld met het gebruik van signaalkaarten, die bedoeld zijn om kinderen te begeleiden bij het voor zichzelf reciteren van de instructies die symbolisch op de kaarten zijn afgebeeld: pauzeren, nadenken, concentreren, reflecteren. Zelfinstructietraining wordt tegenwoordig gebruikt, naast ADHD therapie, speciaal voor Angst stoornissen​ Het behaalt ook succes bij de therapeutische behandeling van Depressie, woede verminderen, frustratietolerantie opbouwen, evenals in pijn omstandigheden en bij de voorbereiding op stressvolle situaties.

Risico's, bijwerkingen en gevaren

Met name ADHD-patiënten hebben een verscheidenheid aan bijbehorende psychische stoornissen die resulteren in frequente functionele beperkingen. Angststoornissen, tics, gedeeltelijke prestatietekorten, sociale gedragsstoornissen en zelfs regelmatig alcohol en drugsmisbruik tasten de sociale relaties, het gevoel van eigenwaarde, de persoonlijkheidsontwikkeling en de vooruitzichten op loopbaanontwikkeling van de getroffenen aan. Complementaire interventies zijn hier nodig, aangezien zelfinstructietraining bij dergelijke complexe aandoeningen weinig kans op succes biedt. Gemeten tegen het feit dat zelfinstructies alleen maar bemiddelaars kunnen zijn tussen prikkel en reactie, kunnen ze ook maar in beperkte mate emoties en gedrag sturen. De verandering van problematische 'innerlijke dialogen' door te trainen ten gunste van een mentaliteitsverandering kan daarom in de meeste gevallen van psychische stoornissen slechts een begeleidende therapie, een ondersteuning, maar geen exclusieve behandelmethode. De therapeutische behandeling van mensen met schizofrenie, met agressiestoornissen en paniekaanvallen zal niet met blijvend succes worden bekroond zonder op zijn minst tijdelijke farmacologische tussenkomst. Meichenbaum zelf begreep al vroeg dat zelfinstructie training heel goed kan worden gecombineerd met andere therapeutische benaderingen van angstmanagement. De spanning de inentingstraining die hij in de jaren zeventig ook ontwikkelde, is gebaseerd op zelfstudie. Het stelt patiënten met situationele angstverwachtingen in staat passende angstbeheersingsvaardigheden te ontwikkelen en toe te passen. Last but not least is Donald Meichenbaum tegenwoordig vooral bekend als medeoprichter van cognitief gedragstherapie, waarin beheersing van interne dialogen slechts een onderdeel is van het therapeutische repertoire.