Welke oefeningen kan ik zelf doen? | Logopedie

Welke oefeningen kan ik zelf doen?

Een succesvolle logopedische behandeling vergt veel tijd en geduld en is alleen succesvol als de patiënt veel initiatief toont om de oefeningen thuis buiten de oefenuren uit te voeren. Om de patiënten te motiveren en te ondersteunen bij het uitvoeren van deze oefeningen, is het daarom erg belangrijk om hun familie of belangrijke zorgverleners bij de behandeling te betrekken en hen te trainen in het correct uitvoeren van de oefeningen. Er zijn veel eenvoudige en snel uitvoerbare oefeningen die ook in alledaagse situaties kunnen worden uitgevoerd en het succes van de therapie aanzienlijk kunnen verbeteren.

Vooral bij kleine kinderen is het de uitdaging om deze oefeningen in het dagelijks leven te integreren. Dit kan goed worden bereikt in een speelse vorm of in de vorm van kleine wedstrijden. Door simpel lip, tong en blaasbewegingen, spraak-, taal- en stemstoornissen kunnen snel worden verbeterd.

Lip oefeningen versterken de spieren van de lippen en tong, bereid de vorming van geluiden voor en verbeter de activiteit van de diafragma​ Al met al dienen ze ter voorbereiding op een toespraak. Gemakkelijk lip oefeningen zijn onder meer drinken uit een rietje of het uitblazen van een kaars.

De spieren worden ook gestimuleerd door een pen met de lippen vast te houden of een ballon op te blazen. Tong oefeningen versterken ook de spieren en bevorderen de spraak. Het is bijvoorbeeld handig om je tong uit te steken en deze in verschillende richtingen te bewegen.

Je kunt ook met je tong langs de rij tanden lopen of proberen het puntje van de tong langzaam naar je toe te bewegen neus-​ Je kunt ook proberen je tong te rollen of met je tong te breken. Wanneer patiënten een probleem hebben met de uitspraak, zoals tijdens het lispelen, is het vaak handig om zoemen en sissen te oefenen.

Dit traint de perceptie van hoe het geluid normaal zou moeten klinken. Veel patiënten en vooral kleine kinderen vinden het vaak moeilijk om onderscheid te maken tussen de B en de P. Dit kan worden aangemoedigd door bijvoorbeeld een vel papier te gebruiken. Je pakt een vel papier en houdt het voor je mond en spreek afwisselend woorden met B en P, waarbij de P het papier laat bewegen.

Ademhalingsoefeningen zoals het inhouden van uw adem of het opzettelijk langzaam uitblazen van een kleine hoeveelheid lucht kan ook nuttig zijn bij spraak- en taalstoornissen. Dit kan thuis worden geoefend door langzaam een ​​kaars uit te blazen, te proberen een watje te bewegen door alleen te blazen of, vooral bij kleine kinderen, speels zeepbellen te blazen. Voor patiënten met slikstoornissen kan er thuis op worden gelet dat ze langzaam eten en altijd kleine porties eten.

Bovendien, de mond moet altijd gesloten worden gehouden tijdens het inslikken. Het inslikken kan goed worden geoefend met licht ingedikte voeding of yoghurt. Droge slikoefeningen kunnen bovendien de spieren van de keel en het succes van de therapie verder bevorderen.