Wat is het transmissiepad? | Bacteriële vaginose

Wat is het transmissiepad?

Bacteriële vaginose is geen overdraagbare infectie in de ware zin van het woord. In tegenstelling tot HIV of syphilishet wordt bijvoorbeeld niet rechtstreeks via geslachtsgemeenschap overgedragen. Verschillende factoren, waaronder frequente geslachtsgemeenschap of vaak wisselende seksuele partners, leiden tot een onbalans in de vaginale flora.

Bovenal, bacteriën zoals Gardnerella vaginalis, die sowieso in de natuurlijke vaginale flora worden aangetroffen, zijn daar de oorzaak van Bacteriële vaginose​ Deze ziekteverwekkers worden niet van buitenaf op de vrouw overgedragen. Daarom in het geval van Bacteriële vaginose, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een chlamydia-infectie, is het niet nodig om de partner ook te behandelen.

Bacteriële vaginose neemt een speciale positie in bij gynaecologische infectieziekten. In tegenstelling tot infectie met Chlamydia of HP virussen en trichomonaden, bacteriële vaginose is niet direct besmettelijk. Het is waar dat de seksuele partner van de vrouw vaak ook de veroorzakende kiem draagt, namelijk Gardnerella vaginalis.

Deze kiem heeft echter meestal geen enkele ziektewaarde. Het wordt ook een optionele ziekteverwekker genoemd. Dit betekent dat de ziekteverwekker een ziekte kan veroorzaken, maar dat niet hoeft. Een bacteriële vaginose is dus in principe niet besmettelijk. Desalniettemin moet beschermde geslachtsgemeenschap worden beoefend als onderdeel van de behandeling en ook met het oog op de profylaxe van andere ziekten, vooral bij wisselende seksuele partners.

Diagnose

Voor de diagnose van bacteriële vaginose bestaan ​​de zogenaamde merelcriteria. Er moet aan minimaal drie van de vier merelcriteria worden voldaan om de diagnose bacteriële vaginose te mogen stellen. De merelcriteria worden bepaald door middel van verschillende examens.

Een criterium is de aanwezigheid van verhoogde laagviskeuze of schuimende, grijswitte tot bleke fluor. De gynaecoloog ziet deze fluor tijdens het vaginale onderzoek. Bovendien kan rood worden van de vagina merkbaar zijn.

Het tweede criterium is de fishy geur van de vagina. Dit kan worden versterkt door de aminetest. Bij deze test druppelt de arts een oplossing van kalium hydroxide-oplossing op wat uitstrijkje uit de vagina.

Het visje geur wordt versterkt door de loog. Met behulp van een pH-strip bepaalt de gynaecoloog ook de pH-waarde op de binnenwand van de vagina. Is dit hoger dan 4.5, dan wordt aan een ander merelcriterium voldaan.

Om het laatste merelcriterium te onderzoeken, wordt een uitstrijkje van de binnenwand van de vagina onder de microscoop onderzocht. Daar vind je zogenaamde sleutel- of aanwijzingscellen. Deze cellen zijn geschuurde cellen van het vaginale oppervlak, waarmee gekoloniseerd wordt bacteriën.

In onduidelijke gevallen kan ook een bacteriecultuur worden toegepast. Hiervoor wordt een uitstrijkje uit de vagina en de bacteriën mogen groeien op speciale kweekmedia. Als routineonderzoek is dit onderzoek echter niet van belang bij bacteriële vaginose.