Wat doe ik als partner tegen de agressie? | Agressie bij depressie

Wat doe ik als partner tegen de agressie?

Bij de confrontatie met agressie in het partnerschap gelden dezelfde gedragsregels en omgangsvormen als bij elk interpersoonlijk contact. De agressor krijgt duidelijke grenzen te zien en wordt ervan bewust gemaakt dat het aanvallende gedrag niet getolereerd mag worden. Handig hier is een duidelijke taal en uitdrukking, die niet bedreigend of respectloos mag lijken, aangezien dit het agressieve gedrag weer kan doen oplaaien.

Redenen voor de agressie moeten worden gevonden, waarom de partner op deze manier zou kunnen reageren. Mentale vernauwingen kunnen hierbij een rol spelen, waarbij de patiënt zijn omgeving slechts verminderd waarneemt en deze niet volledig begrijpt omdat hij lijdt aan Depressie. Evenzo fungeren een groot aantal mensen, bijvoorbeeld familieleden, wanneer ze praten over de ziekte en copingstrategieën met de depressieve persoon, ook als een aanval.

Om deze reden moet de persoon die altijd de meest vertrouwde persoon is om mee te praten met betrekking tot de ziekte en agressief gedrag, altijd de persoon met het grootste vertrouwen zijn. Het inschakelen van politiehulp is essentieel bij gedrag dat anderen of zichzelf in gevaar brengt. Alle betrokken partijen dienen een veilige afstand te bewaren om de agressor niet onnodig te irriteren en afstand te houden tot hun eigen veiligheid.

Wat te doen als de agressie zich tegen zichzelf keert?

In een symptomatologie waarin agressie zich afkeert van de omgeving en tegen zichzelf is gericht, is open en begripvolle communicatie vereist. Hierbij is het belangrijk om de uitspraken, angsten en agressie van de nabestaanden serieus te nemen. De bereidheid om te praten, vooral van de kant van de vertrouwenspersoon, is de basis.

Een regelmatige dagelijkse routine met geïntegreerde beweging, zoals lopen, kan agressie verminderen en het progressieve beloop van de Depressie. Op dit punt moeten pogingen om mensen te motiveren om deel te nemen aan alle activiteiten worden ondersteund, maar alleen als rekening wordt gehouden met de wil van de betrokken persoon. In zogenaamd uitzichtloze gevallen, waar de motivatie en ondersteuning geen verandering teweegbrengen, dienen derden te worden betrokken.

Hierbij is het denkbaar om medische hulp in te roepen, bijvoorbeeld bij een huisarts die de zieke al kent en daarmee een vertrouwensbasis heeft. Daarnaast heeft hij of zij toegang tot medische en psychotherapeutische opties, zoals cognitieve en interpersoonlijke gedragstherapieën.