Halswervel

Synoniem

Cervicale wervelkolom, cervicaal wervellichaam, HWK

Introductie

De halswervel beschrijft een deel van de gehele cervicale wervelkolom. Het maakt deel uit van de menselijke wervelkolom en strekt zich uit van de hoofd tot het begin van de thoracale wervelkolom. Bij gezonde mensen heeft het een fysiologische lordose, dwz de wervelkolom is licht convex en naar voren gebogen.

Structuur

In totaal vormen zeven halswervels samen de cervicale wervelkolom. Direct onder het occipitale gat (lat. "Foramen magnum") van de schedel calotte is de eerste cervicale Vertebrale lichaam, Ook wel de atlas, die het geheel ondersteunt hoofd.

Historisch gezien heeft het een ringvormige structuur, de Vertebrale lichaam is volledig verloren en wordt vervangen door de tand (lat. Dens) van de tweede Vertebrale lichaam, de zogenaamde as ("twister"). Binnen de ring, in het achterste gedeelte, ligt de spinal cord bekleed met de hersenvliezen.

Verder naar voren op de ring is er aan beide zijden een verdikt gebied, de Massae laterales, dat aan de bovenkant verbonden is met de gewrichtsvlakken van het achterhoofdsbeen en via de gewrichtsvlakken (lat. Facies articularis inferior) aan de as met de as. bodem. Daarnaast zijn er de laterale projecties (lat.

Processus transversi) aan de zijkant van de Massae laterales, die een klein gaatje bevatten voor de wervelslagader. Inplaats van een processus spinosus, er is een kleine bult, tuberculum posterius, aan de achterkant van de ring. Daarnaast is er ook nog een tuberculum anterius, dat wil zeggen een bult aan de voorkant van de ringboog.

De as is de tweede halswervel en heeft een massief en vrij groot wervellichaam. Een bijzonder kenmerk is de tand van de as (lat. Dens-as), die eigenlijk het wervellichaam van de atlas.

Links en rechts van de as bevinden zich de transversiale processen, de transversale processen, die net als de atlas en de andere halswervels hebben een klein gaatje voor de halswervel slagader. Samen met de atlas vormt de as de hoofd gewricht, dat primair verantwoordelijk is voor de rotatiebeweging van de schedel. Onderaan sluit de as met zijn gewrichtsproces aan op het gewrichtsproces van de derde halswervel.

De overige vijf halswervels hebben de gebruikelijke vorm. Ze hebben een wervellichaam, wervel gewrichten en wervelboog, dat het wervelgat vormt (lat. Foramen-wervels).

In dit gat zitten de spinal cord hersenvliezen en schepen lopend door hen. Elk wervellichaam heeft in totaal 4 kleine wervels gewrichten (rechts en links boven en onder), een spinaal proces (Processus spinosus) en een transversaal proces (Processus transversus). De zevende halswervel (lat.

Vertebra prominens) biedt een kleine bijzonderheid, aangezien hier de processus spinosus steekt verder naar achteren uit dan degene erboven, waardoor het van buitenaf gemakkelijk te voelen is. Dit zorgt voor een anatomisch oriëntatiepunt. Tussen de halswervels bevinden zich de tussenwervelschijven, die axiale krachten opvangen en belangrijk zijn voor de beweeglijkheid van de wervelkolom.

Verschillende ligamenten en de cervicale en rugspieren lopen tussen de halswervels en zorgen voor ondersteuning en mobiliteit. Samen met de aangrenzende wervellichamen (boven en onder) wordt een uitgangsopening (neuroforamen) gevormd voor de wervelkolom zenuwen. In totaal acht zenuwkoorden, de zogenaamde ruggengraat zenuwen, komen uit de cervicale wervelkolom.

De vier bovenste vormen de cervicale plexus (lat. Plexus cervicalis), die de spieren en de huid van de nek alsmede de diafragma. De diafragma is de belangrijkste spier voor ademhaling, wat betekent dat onafhankelijke ademhaling niet meer mogelijk is als de zenuwen boven de vijfde nekwervel zijn gewond. Samen met de zenuwen van de eerste thoracale wervel, de onderste vier spinale zenuwen vormen de brachiale plexus. Deze plexus voorziet de huid en de spieren van de borst en arm.