Excretie: functie, taken, rol en ziekten

Met uitscheiding bedoelen artsen het vrijkomen van bepaalde stofwisselingsproducten in het milieu. Zonder uitscheiding, de evenwicht in het metabolisme zou worden verstoord en vergiftiging door metabolische producten zoals ammonia zou kunnen voorkomen. Een verstoorde uitscheiding is bijvoorbeeld aanwezig in de groep stapelingsziekten.

Wat is uitscheiding?

Uitscheiding is de uitscheiding van ongewenste of onbruikbare metabolieten, zoals ureum, via de nieren en blaas​ Uitscheiding is het eliminatie van ongewenste of onbruikbare metabolieten. Ontlasting, evenals de uitscheiding van opgeloste bestanddelen en het vrijkomen van gasvormige bestanddelen, vallen allemaal onder de noemer uitscheiding. Tijdens de ontlasting worden onverteerbare voedselcomponenten uitgescheiden en verlaten componenten die door mictie zijn opgelost het lichaam via de urine. De producten van deze twee soorten uitscheiding worden gezamenlijk uitwerpselen genoemd. Gassen die rectaal vrijkomen winderigheid en ademhalingsgassen kunnen ook als excreties worden beschouwd. Er zijn zes verschillende uitscheidingsroutes beschikbaar in het menselijk organisme: de longen, de huid nier lever dikke darm, en de borstklier. In engere zin echter alleen ontlasting en winderigheid worden als excreties geteld. Uitscheiding vindt niet alleen plaats in het menselijke en dierlijke organisme, maar ook in het plantenorganisme. Deze uitscheiding vindt in de regel plaats via speciale routes en verwijst naar de uitscheiding van alle stoffen die schadelijk zijn voor het plantenorganisme.

Functie en taak

Tijdens de uitscheiding zijn over het algemeen alle stofwisselingsproducten die de evenwicht metabolisme wordt uitgescheiden. Met dit doel moeten in de eerste plaats alle stikstofhoudende stofwisselingsproducten uit het menselijk organisme worden verwijderd. Uitgescheiden producten voor mensen zijn daarom voornamelijk vaste, vloeibare of gasvormige producten die bevatten stikstof en zou zo de stofwisseling eruit kunnen gooien evenwicht​ Bij het aminozuurmetabolisme en het nucleïnezuurmetabolisme, ammonia is het belangrijkste afvalproduct. Bij de meeste dieren is dit ammonia wordt eerst omgezet in ureum or urinezuur, omdat de stof in zijn oorspronkelijke vorm giftig zou zijn voor het organisme. Dit geldt vooral voor wezens die op het land wonen. Omdat urinezuur is moeilijk op te lossen waterwordt het uitgescheiden als een kristallijne substantie of als een pasteuze substantie met de uitwerpselen. in tegenstelling tot urinezuur, ureum is water-oplosbaar en is het belangrijkste uitscheidingsproduct van gewervelde dieren. Wanneer ureum zich ophoopt, neemt de osmotische druk in het organisme toe. Daarom moeten grotere hoeveelheden ureum eerst worden opgelost water​ De meeste gewervelde landdieren zijn in staat urine te concentreren. In hun leverureum wordt geproduceerd als onderdeel van de ureumcyclus, waarin carbon Naast ammoniak speelt dioxyde een belangrijke rol als uitgangsmateriaal. Van de leverureum bereikt de nieren en van daaruit gaat het verder naar de blaas en verlaat het lichaam. Naast ammoniak, ammonium en creatinine zijn ook uitscheidingsstoffen en worden door de mens voornamelijk via de urine uitgescheiden. Begeleidende uitscheidingsstoffen zijn over het algemeen water en smeermiddelen, die in de eerste plaats voor darmpassage in de uitwerpselen terechtkomen. In aanvulling op stikstof uitscheiding, de uitscheiding van zouten is ook belangrijk voor het menselijk lichaam. Om osmose te reguleren, moet het organisme selectieve uitscheiding van zouten en zo het zout aanpassen concentratie​ Deze selectieve uitscheiding vindt voornamelijk plaats via de urine. In kleinere hoeveelheden wordt de uitscheiding van zouten vindt ook plaats door zweet. Op deze manier voorkomt het lichaam de concentratie van opgeloste stoffen wordt niet te hoog en zorgt voor een aanvaardbaar watergehalte. Op deze manier dient uitscheiding vele doelen voor mensen. Ontgiften, osmoregulatie en controle van het zuur-base-evenwicht behoren tot de belangrijkste, maar uitscheiding is ook betrokken bij thermoregulatie in de zin van zweten.

Ziekten en kwalen

Elke uitscheidingsroute kan worden beïnvloed door een ziekte. Er kan bijvoorbeeld een disfunctie aanwezig zijn in de zweetklieren, resulterend in hyperhidrose, hypohidrose, anhidrose, bromhidrose of chromhidrose. Hyperhidrose is de overmatige activiteit van de zweetklieren, die zowel chronisch als acuut kunnen zijn. Hersenen ziekten veroorzaken vaak dergelijke hyperactiviteit. Vooral als het overmatige zweten overwegend lokaal is, kan de zenuwbeschadiging van bepaalde klieren de oorzaak zijn. Bij anhidrose is het tegenovergestelde fenomeen aanwezig. De zweetproductie wordt dus sterk verminderd bij anhidrose. Dit type klacht is meestal symptomatisch en komt dus voor in de context van een bepaalde primaire ziekte, bijvoorbeeld begeleidende tuberculose​ Bij bromhidrose krijgt het zweet een abnormaal sterke geur en bij chromhidrose verandert het van kleur. Beide manifestaties verwijzen meestal naar primaire ziekten, zoals syphilis​ Uitscheidingsziekten kunnen ook verschijnen als stapelingsziekten, zoals in Ziekte van Wilson​ Bij deze ziekte slaat het lichaam op koper stoffen in de organen, die de lever beschadigen tot het punt van cirrose. De groep van lysosomale stapelingsziekten resulteert ook in een verminderde uitscheiding en wordt gewoonlijk geassocieerd met enzymatische defecten. Een teveel aan urinezuur komt daarentegen voor in jicht, bijvoorbeeld. Even goed allemaal nier, kunnen lever- en darmziekten leiden op klachten over uitscheiding. Evenzo treedt symptomatische uitscheidingsstoornis vaak op bij ziekten van de zenuwstelsel, als gevolg van ontregeling van het zenuwstelsel.