Toegepaste gedragsanalyse: behandeling, effecten en risico's

Applied Behavior Analysis is de Engelse naam voor Applied Behavior Analysis. Dit verwijst naar een psychotherapie procedure die wordt gebruikt om autistische stoornissen te behandelen.

Wat is toegepaste gedragsanalyse?

Applied Behavior Analysis (ABA) staat voor toegepaste gedragsanalyse. Hiermee wordt bedoeld een therapie methode voor behandeling autisme spectrum stoornissen. Het omvat de toepassing van wetenschappelijke gedragsprincipes om de karaktereigenschappen van de patiënt te versterken en de door de patiënt veroorzaakte problemen te verminderen autisme​ De basis van Applied Behavior Analysis is onder meer gelegd door de Amerikaanse psycholoog BF Skinner (1904-1990). Echter, de eerste toepassing op kinderen die er last van hebben autisme was door Ivar Lovaas in het begin van de jaren zestig. Tijdens het doen van onderzoek aan de Universiteit van Los Angeles vond de arts dat intensief gedragstherapie kwam ten goede aan autistische kinderen. Door zijn therapie, Probeerde Lovaas autistische kinderen een omgeving te bieden die bevorderlijk was leren​ In de jaren tachtig publiceerde hij een boek over de effectiviteit van de behandeling. Ook in de jaren tachtig ontwikkelden verschillende psychologen een concept om autistische kinderen les te geven op basis van de theorie van verbaal gedrag van BF Skinner. Na verloop van tijd verhoogden ze de efficiëntie van de toegepaste gedragsanalyse. In moderne tijden wordt de methode ABA met verbaal gedrag (ABA / VB) genoemd. Op deze manier wordt de term Lovaas therapie werd ook vervangen door Applied Behavior Analysis.

Functie, effect en doelen

Toegepaste gedragsanalyse is een psychotherapie gebaseerd op operante conditionering. Deze aanpak is bedoeld om het autistisch gedrag van patiënten te verminderen. Het doel is om de autistische persoon beter op te leiden en gemakkelijker te leren. Met deze procedure kan het gezin van het autistische kind worden ontlast. ABA stelt de autistische persoon in staat positief sociaal gedrag te vertonen en relaties met andere mensen aan te gaan. Applied Behavior Analysis classificeert de persoon als een blanco vel papier, om zo te zeggen, dat kan worden gevuld met inhoud. Het problematisch gedrag van autistische mensen kan met behulp van de procedure worden beperkt en zelfs verwijderd, zodat de patiënt nieuwe inhoud krijgt die gewenst is. Voorstanders van ABA-therapie noemen deze procedure 'wissen' of 'formatteren'. ABA-therapie begint met het geleidelijk aanleren van meetbaar gedrag. Dit betekent dat gedrag dat moeilijk te leren is voor autistische kinderen, wordt opgesplitst in een groot aantal kleine secties. Zo krijgen ze stap voor stap les, zodat ze uiteindelijk communicatieve en sociale vaardigheden aanleren. In de beginfase van toegepaste gedragsanalyse wordt instructie gegeven in 1: 1 situaties. Hierdoor kunnen de kinderen leren van alledaagse situaties. In eerste instantie wordt assistentie verleend om hen te helpen bij het succesvol voltooien van taken. Later wordt de assistentie niet verleend. Om de nieuw aangeleerde vaardigheden en gedragingen te versterken, worden verschillende versterkende consequenties gebruikt. Wat dit zijn, hangt af van het individuele kind. Het kunnen bijvoorbeeld primaire versterkers zijn, zoals snacks, activiteiten zoals bal spelen, fietsen, zwemmen, springen op een trampoline of schommelen, en dingen zoals video's, computers, muziek of boeken. Daarom is het belangrijk om erachter te komen op welke bekrachtigers het kind reageert. Het is ook belangrijk dat het kind geniet leren en is uiteindelijk gemotiveerd om op eigen initiatief nieuwe dingen te leren. Bovendien moet het kind in verschillende situaties leren. Dus, leren situaties kunnen zich voordoen binnen de eigen vier muren van het kind, zoals in de kinderkamer, in de badkamer of in de keuken, maar ook in de tuin, op de speelplaats of in de supermarkt. Vaardigheden worden gegeneraliseerd zodat ze van functioneel belang zijn voor het kind. Pas als het kind in staat is de vaardigheden herhaaldelijk toe te passen met verschillende materialen en mensen, heeft het echt baat bij wat het heeft geleerd. Een ander belangrijk aspect van toegepaste gedragsanalyse is gedragsanalyse. Hier analyseert de therapeut variabelen die ongepast gedrag bij het kind bevorderen, zoals driftbuien, huilen, agressie en lopend Het doel is om de factoren die in stand worden gehouden te veranderen en geschikte alternatieven aan te wijzen. Daarbij leert het kind zijn of haar wensen op de juiste manier uit te drukken, dat wil zeggen door middel van spraak of gebaren. In Duitsland kreeg de toegepaste gedragsanalyse lange tijd weinig aandacht. Pas de laatste jaren krijgt de therapiemethode meer aandacht. Zo wordt ABA nu ook in dit land erkend als theoretische basis voor de behandeling van autisme.

Risico's, bijwerkingen en gevaren

Risico's en complicaties zijn niet geassocieerd met toegepaste gedragsanalyse. De laatste tijd is er echter vaker kritiek op de therapiemethode, ook van mensen die zelf aan autisme lijden. De critici van ABA-therapie stellen dat het een klassieke conditionering is, zodat het succes twijfelachtig is. Autistische mensen zouden bijvoorbeeld ongewenste aanraking moeten doorstaan. Toegepaste gedragsanalyse heeft dus voorrang op de autonomie van een persoon met een handicap. Oogcontact is ook erg vermoeiend voor autistische mensen en soms zelfs geassocieerd met pijn​ De druk die ABA-therapie op kinderen uitoefent, zou er vaak toe leiden dat ze kwetsbaarder zijn voor situaties waarin ze worden misbruikt en niet zelden hulpeloos tegenover hen. Zo leert de autistische persoon als onderdeel van de therapie dat zijn of haar nee er niet toe doet.