Therapie van multiple sclerose

Introductie

De diagnose en therapie van multiple sclerose is van groot belang, aangezien alleen een vroege diagnose van de ziekte kan leiden tot een individueel aangepaste therapie die de gevolgschade van MS kan verminderen.

Therapeutische maatregelen voor MS

Een therapie die de oorzaak voorkomt, is nog onbekend. Bedrust dient te worden gehandhaafd tijdens de terugval en daarna wordt fysiotherapie en bewegingstherapie aanbevolen. De therapie varieert afhankelijk van de fase waarin de patiënt zich bevindt.

In de acute fase wordt de terugval beëindigd met de toediening van cortisone. 1 g wordt gedurende 5 dagen intraveneus toegediend. Een sluipen, zoals het anders gebruikelijk is cortisone, is hier niet nodig.

De terugval wordt meestal met succes beëindigd, maar cortisone heeft geen invloed op de ontwikkeling van de ziekte op lange termijn. De toediening is daarom alleen gerechtvaardigd bij de terugval. Vanwege de vele bijwerkingen mag bij MS tegenwoordig geen langdurige medicatie met cortison worden gebruikt.

Onder de onmiddellijk optredende bijwerkingen zijn maag bescherming, die wordt voorgeschreven naast de medicatie voor maagzweren. Voor langdurige medicatie is de interferon ? (bèta) is geschikt voor langdurige medicatie.

Het voorkomt meestal de derde aanval en heeft een positief effect op het gehele beloop multiple sclerose. Het wordt echter alleen voorgeschreven als er minimaal één episode per jaar optreedt. Als de patiënt slechts om de 3 tot 5 jaar (of zelfs minder vaak) een terugval krijgt, is de medicatie niet de moeite waard, omdat ook dit gepaard gaat met bijwerkingen.

Deze omvatten bijvoorbeeld griep symptomen (patiënten wordt daarom geadviseerd om bv. één tablet van 500 mg in te nemen paracetamol vooraf), roodheid en ontstekingen van de huid of zelfs allergische reacties. Onder andere wordt de psyche ook aangetast. Depressies, psychosen of zelfs verhoogde zelfmoordneigingen (zelfmoordrisico) kunnen voorkomen.

Patiënten die het leven al moe zijn, krijgen het medicijn niet. Als terugval blijft optreden ondanks therapie met interferon, antilichamen kan als alternatief worden gegeven. Volgens statistieken zou deze zeer nieuwe therapie ongeveer 70 procent van de terugvallen kunnen voorkomen en zelfs tot 80 procent van de laesies die worden gezien in de MRI van de hersenen (magnetische resonantie beeldvorming) kan verdwijnen.

Als de getroffen persoon echter al andere medicijnen gebruikt die het afweersysteem van het lichaam verzwakken, deze antilichamen worden niet toegediend. De bijwerkingen zijn onder meer virale infecties. Als de patiënt lijdt aan een chronische progressieve vorm van MS (zie hierboven), een type chemotherapie (Mitoxantron®) wordt gebruikt.

Bij het toedienen van het medicijn mag een maximale dosis niet worden overschreden. Deze maximale dosis geldt voor de gehele behandeling. Zodra deze dosis is bereikt, heeft de patiënt de therapie beëindigd.

Deze therapie heeft ook bijwerkingen. Onherroepelijk hart- schade of storingen in de bloed samenstelling (te weinig bloedcellen door medicatie) kan voorkomen.

  • Onrust
  • Slapeloosheid
  • Warmtesensatie
  • Facial flushing
  • Maagzweer
  • En natuurlijk de onderdrukking van de immuunsysteem.