Therapie van de achillespeesruptuur

Welke therapie wordt gebruikt voor een gescheurde achillespees

Zoals reeds vermeld, een gescheurd achillespees kan conservatief of operatief worden behandeld (zie operatie Achillespees scheur). Hoewel een chirurgische therapie in principe altijd wordt overwogen voor een wedstrijdsporter, kan de vorm van therapie voor minder atletisch ambitieuze of oudere patiënten conservatief zijn. Er moet echter worden vermeld dat in Centraal-Europa de achillespees ruptuur wordt meestal operatief behandeld, terwijl in de Anglo-Amerikaanse wereld conservatieve therapie vaker voorkomt.

De therapie van een patiënt met achillespees ruptuur is meestal individueel en kan pas na de diagnose worden gesteld. Eerste hulp moet altijd worden gegeven in de vorm van :. - Onderbreking van de (sportieve) activiteit.

  • Koeling (ijs, koelpak, ...)
  • Compressieverband
  • Verhoging van het been
  • Vervoer naar de dokter

In het kader van de diagnose kan de omvang van de achillespeesscheur worden bepaald door middel van ultrageluid en Röntgenstraal. De ultrageluid onderzoek wordt uitgevoerd in de spitsvoetpositie. Als de arts vaststelt dat de uiteinden van de traan elkaar raken wanneer de voet wordt neergelaten, kunnen de uiteinden van de pees samen genezen.

Een chirurgische therapie van de achillespeesscheur kan dan achterwege blijven. Dit is onder meer te verklaren door de rekbaarheid van de pees. Het kan - als het nodig lijkt - worden uitgerekt tot ongeveer twee keer zo groot.

Handig voor conservatieve therapie zijn ook speciale schoenen met een verhoogd hielgebied en een onbeweeglijke, stevige tong. Net als bij een hielschoen wordt de voet opgetild in een spitse voetpositie, waardoor de peesuiteinden contact kunnen maken. In de meeste gevallen kan na een fase van gedeeltelijke belading de normale belading relatief snel worden uitgevoerd. De behandelende arts dient voortdurend te worden gecontroleerd om het genezingsproces te observeren en indien nodig te optimaliseren. Idealiter is de conservatieve therapie van de Achillespeesruptuur kan na ongeveer zes tot acht weken als voltooid worden beschouwd.

Therapieduur

De exacte duur van de therapie hangt natuurlijk af van de voortgang van de genezing van de verwonding. Het is ook doorslaggevend of en welke chirurgische ingreep is gebruikt. In de meeste gevallen moeten patiënten echter een fysiotherapieperiode van ten minste 12 weken verwachten.

Therapieproces

Er zijn twee tegengestelde vormen bij de behandeling van een Achillespeesruptuur: 1. immobilisatie De gewonde voet wordt gefixeerd in een gips gipsverband, schoen of spalk voor 4-9 weken. Belastingen en bewegingen zijn niet toegestaan. 2. Vroege functionele nazorg De voet mag kort na de operatie worden bewogen.

Onder fysiotherapeutische controle leert de patiënt de belasting geleidelijk te verhogen. Anders AIDS, zoals gips en orthese, worden hier ook gebruikt. Tot op heden hebben studies geen relevante verschillen in het bereikte therapeutische succes kunnen identificeren.

Toch is er in veel landen een tendens naar vroegtijdige functionele nazorg! Zo'n typische therapiekuur kan er bijvoorbeeld als volgt uitzien: In de eerste dagen na de operatie spreekt men van een ontstekingsfase. Hier staat de observatie van de beginnende genezingsprocessen op de voorgrond.

Op dit moment is het niet aan te raden om de achillespees direct te belasten. In plaats daarvan moeten patiënten andere verplaatsen gewrichten, zoals de kniegewricht. Daarnaast kan er getraind worden met de gezonden been om spierkracht te behouden.

Tijdens de ontstekingsfase moet de aangedane voet worden verhoogd. Nu volgt de zogenaamde proliferatiefase, waarin de patiënt dag en nacht een achillespeesverlichtingsschoen (orthese) draagt. Onder specifieke fysiotherapeutische begeleiding worden oefeningen gebruikt om de mobiliteit te bevorderen en coördinatie.

Op dit moment mogen er geen krachtoefeningen worden gedaan omdat de treksterkte van de achillespees nog niet is hersteld. In principe is therapie op dit moment alleen toegestaan ​​in de pijn-vrij gebied. In de zogenaamde remodelleringsfase begint de getroffen persoon vanaf de 8e week voorzichtig met de krachtopbouw van de gekrompen kuitspieren.

Daarnaast wordt de mobiliteit verder vergroot, maar altijd in de wetenschap dat de pees nog niet zijn volledige stabiliteit heeft bereikt. Op zijn vroegst in de 12e week, maar vaak aanzienlijk later, kunnen sprongen worden gemaakt. Vaak beginnen patiënten met springen ter plaatse en verhogen ze de oefeningen tot diepe sprongen vanaf bijvoorbeeld een platform. Op basis van het vermogen om te springen kunnen de behandelende orthopeed en fysiotherapeut ook bepalen wanneer het weer mogelijk is om te gaan sporten.