Loopstoornissen

Loopstoornissen (synoniemen: abnormale gang; ataxische gang; ataxie; externe rotatie gang; dysbasie; loopafwijking; gangataxie; loopstoornis​ interne rotatie gang; loopstoornis; verlamde gang; paretische gang; probleem met lopen; wuivende gang; spastische gang; duizelingwekkende gang; teen-tikkende gang; ICD-10-GM R26.-: stoornissen in het lopen en mobiliteit) zijn bewegingsstoornissen die het lopen of het looppatroon beïnvloeden.

Loopstoornissen kunnen als volgt worden onderverdeeld (zie "Classificatie" hieronder):

  • Erfelijke (erfelijke) ataxie.
  • Sporadische (niet-erfelijke) degeneratieve ataxie
  • Verworven ataxie

Ze kunnen neurologische, orthopedische of psychogene oorzaken hebben.

Volgens Nutt en Marsden kan de volgende classificatie van gangstoornissen worden gemaakt:

  • Veranderingen in het lagere niveau - de perifere effectororganen, bijvoorbeeld bij sarcopenie (spierzwakte of spierverspilling), osteoartritis.
  • Veranderingen van het middelste niveau - in het midden zenuwstelsel, bijv. na apoplexie (beroerte).
  • Veranderingen op hoger niveau - tekorten in de controle op een hoger niveau, bijv. Psychogene loopstoornissen (angst).

Loopstoornissen kunnen een symptoom zijn van veel ziekten (zie onder “Differentiële diagnoses”).

Frequentiepiek: de ziekte komt voornamelijk voor bij ouderen (> 65 jaar).

De prevalentie (ziektefrequentie) is tot 15% in de groep mensen ouder dan 65 jaar en ongeveer 40% in de groep mensen ouder dan 85 jaar (in Duitsland).

Verloop en prognose: Loopstoornissen zijn een belangrijke risicofactor voor vallen en daaruit voortvloeiend letsel. Verloop en prognose zijn enerzijds afhankelijk van de onderliggende ziekte en hoe lang loopstoornis heeft aan de andere kant bestaan. De prognose is het gunstigst bij orthopedische loopstoornissen. Psychogene gangstoornissen zijn in de meeste gevallen ook omkeerbaar als de oorzaak bekend is. Neurologische gangstoornissen zijn meestal slechts onvolledig omkeerbaar.

Opmerking: Loopstoornissen moeten worden onderscheiden van looponzekerheden: bij looponvastheid bij ouderen (> 75 jaar) is duizeligheid het meest voorkomende leidende symptoom.