Therapie van colorectale kanker

Definitie

De behandeling van patiënten vereist een intensieve samenwerking tussen de gespecialiseerde afdelingen chirurgie, interne geneeskunde, radiotherapie en pijn behandeling. Tijdens de therapie wordt de voorafgaande tumorstadiëring (beoordeling van de tumoruitbreiding) gebruikt als een essentieel hulpmiddel bij de besluitvorming. Voor elk tumorstadium zijn er bijbehorende therapierichtlijnen waarmee rekening wordt gehouden.

Welke behandelingsopties zijn er?

Als een van de meest voorkomende soorten kanker bij volwassenen is de behandeling van colorectale kanker een belangrijk onderwerp in medisch onderzoek en wordt voortdurend verbeterd door nieuwe ontdekkingen. De therapie van colorectaal kanker rust op drie pijlers: chirurgische verwijdering van de tumor, chemotherapie en straling (die echter alleen wordt gebruikt als de rectum wordt beïnvloed), die alleen of in combinatie kunnen worden gebruikt. Welke methode of combinatie uiteindelijk voor de individuele patiënt wordt gebruikt, wordt meestal besproken in een panel van experts, de klinisch-pathologische conferentie.

Hier overleggen chirurgen, radiologen, pathologen en oncologen met elkaar op basis van de bevindingen van de patiënt, de huidige richtlijnen en de huidige stand van het medisch onderzoek. Er zijn twee verschillende benaderingen van de therapeutische procedure: enerzijds is er de curatieve benadering, die gericht is op volledige genezing. De palliatieve benadering onderscheidt zich van de curatieve benadering, waarbij vanwege de geringe kans op genezing de focus ligt op het verlichten van de tumorsymptomen zonder direct doel van genezing.

Therapie soorten

Chirurgische therapie is de belangrijkste pijler van colorectaal kanker therapie, omdat het in het beste geval een totale verwijdering van de tumor en dus genezing mogelijk maakt. Hierbij wordt ervoor gezorgd dat zoveel mogelijk van de tumormassa wordt verwijderd, ook op veilige afstand van gezond weefsel, zodat er geen tumorcellen achterblijven. weefselvocht knooppunten waarin de tumor zich mogelijk heeft verspreid, worden ook verwijderd.

De omvang van de operatie is afhankelijk van de locatie van de tumor, waarbij meestal alleen het aangetaste darmgedeelte wordt verwijderd. De twee overgebleven uiteinden van de darm worden vervolgens weer aan elkaar gehecht, wat anastomose wordt genoemd. Een bijzondere situatie is rectumkanker (kanker van de rectum), aangezien, afhankelijk van de locatie van de tumor, mogelijk ook de sluitspier moet worden verwijderd, waardoor het nodig kan zijn om een ​​kunstmatige anus prater.

Bij sommige hoogrisicopatiënten wordt aanbevolen de darm volledig te verwijderen (colectomie). Patiënten met langdurige colitis ulcerosa en patiënten met familiaire poliposis coli komen in aanmerking voor deze procedure. Bij deze profylactische operatie blijft de sluitspier altijd behouden, zodat de continentie van de ontlasting behouden blijft.

Om de opslagfunctie van de rectumwordt een reservoir gevormd uit het verbonden stuk dunne darm​ Al deze procedures kunnen worden uitgevoerd door de buikholte te openen via een grote incisie in de buik of laparoscopisch, waarbij een camera en instrumenten via verschillende kleine incisies in de buikholte worden ingebracht. Chirurgie kan ook patiënten helpen die door een gevorderde ziekte geen kans op herstel hebben, bijvoorbeeld door het verwijderen of overbruggen van door de tumor overwoekerde darmsecties om de patiënt onnodig lijden te besparen.

Al deze procedures kunnen worden uitgevoerd door de buikholte te openen via een grote incisie in de buik of laparoscopisch, waarbij een camera en instrumenten via verschillende kleine incisies in de buikholte worden ingebracht. Chirurgie kan ook patiënten helpen die door een gevorderde ziekte geen kans op herstel hebben, bijvoorbeeld door het verwijderen of overbruggen van door de tumor overwoekerde darmsecties om de patiënt onnodig lijden te besparen. Chemotherapie is een pijler van de behandeling van colorectale kanker.

Hier worden meestal verschillende preparaten in combinatie met elkaar gebruikt, die tot doel hebben de snel delende tumorcellen te doden (cytostatica). Chemotherapie kan naast een operatie worden gebruikt of alleen als een operatie niet (meer) mogelijk of niet gewenst is. In combinatie kan chemotherapie vóór de operatie worden toegediend als zogenaamde neoadjuvante chemotherapie, bedoeld om de tumormassa te verkleinen om niet-operabele tumoren terug te brengen naar een operabel stadium of om de omvang van de operatie te verminderen.

Bovendien helpt neoadjuvante chemotherapie om het risico op een later recidief van de tumor te verkleinen. Chemotherapie kan ook worden gebruikt na een operatie, die dan adjuvans wordt genoemd. Het doel is om de kankercellen die nog in het lichaam achterblijven te bestrijden en om kleine micrometastasen te behandelen die mogelijk al gevormd zijn maar nog niet zichtbaar zijn in beeldvorming.

De meeste chemotherapeutische middelen zijn niet-specifiek gericht tegen snel delende cellen en hebben daarom vaak onaangename bijwerkingen, aangezien ze niet alleen kankercellen aantasten, maar ook andere snel delende weefsels. Vaak voorkomende bijwerkingen zijn onder meer misselijkheid, braken, diarree, verlies van haar en beperkte productie van bloed cellen, wat leidt tot bloedarmoede en een neiging tot infectie, zoals de immuunsysteem is ook verzwakt. Chemotherapie wordt meestal poliklinisch toegediend, dus opname is niet nodig.

Afhankelijk van het therapieschema worden de medicijnen toegediend via de ader op een of twee opeenvolgende dagen. Deze procedure wordt meestal elke 14 dagen herhaald, wat een cyclus wordt genoemd die meerdere keren wordt herhaald. radiotherapie is nog steeds een mogelijke behandelingsoptie voor rectumtumoren.

Hier worden hoogenergetische stralen, die ofwel worden afgescheiden door radioactieve stoffen of gegenereerd door speciale apparatuur, gebruikt om tumorcellen te vernietigen. Dit gebeurt met de hoogst mogelijke precisie zodat de tumor het grootste deel van de schadelijke stralingsdosis ontvangt. Helaas is het niet helemaal mogelijk om te voorkomen dat het omliggende weefsel wordt aangetast, wat kan leiden tot ontsteking, zenuwschade en trombose in de aangrenzende schepen.

Net als chemotherapie, radiotherapie kan ook adjuvant of neoadjuvant worden gebruikt. Bij darmtumoren boven het rectum is bestraling echter niet geschikt, aangezien de positie van de tumor door darmbewegingen in de buikholte onvermijdelijk varieert en daardoor gerichte bestraling niet mogelijk is. In dit geval, antilichamen (de eigen afweerstoffen van het lichaam) worden gebruikt, die gericht zijn tegen verschillende structuren van de kankercel en zo de groei ervan verhinderen.

Deze antilichamen worden toegediend in combinatie met cytostatica. Als een curatieve therapie niet meer kan worden uitgevoerd, palliatieve therapie van colorectale kanker wordt meestal overwogen. Deze therapie is primair gericht op het verlichten van de symptomen en het verbeteren van de kwaliteit van leven van de patiënt.