Wanneer wordt welke methode gebruikt? | Therapie van colorectale kanker

Wanneer wordt welke methode gebruikt?

De keuze van de behandelmethode hangt voornamelijk af van het stadium van de ziekte. Maar ook andere factoren spelen een rol, zoals de leeftijd van de patiënt, eventuele secundaire ziekten, de ideeën en wensen van de patiënt. In vroege stadia zonder uitzaaiingen naar de weefselvocht knooppunten of andere organen, kan een operatie alleen voldoende zijn om de ziekte te behandelen. Als de tumor al is uitgegroeid tot diepere lagen van de darmwand of is uitgezaaid naar weefselvocht knooppunten of andere organen, volgende chemotherapie wordt 4 tot 6 weken na de operatie aanbevolen. Chemotherapie kan ook worden gebruikt om de groei van tumoren die al onbruikbaar zijn geworden, te vertragen.

Therapie van metastasen

colorectale kanker is een van de weinige tumor ziekten waarvoor een curatieve therapie nog steeds mogelijk is, zelfs als metastasen in de lever en longen zijn aanwezig, mits de metastase nog niet te ver is gevorderd. Het aantal, de grootte en de lokalisatie van de lever or long metastasen zijn belangrijk in deze context. Als er teveel, te groot of zelfs onbruikbaar zijn metastasenis curatieve behandeling niet meer mogelijk.

Bovendien, de long or lever moet in een voldoende goed zijn voorwaarde ter compensatie van het verlies van de gezonde orgaandelen die door de metastasen worden verwijderd. Hierbij wordt gekozen voor operatieve verwijdering van de metastase (s), maar ook andere ingrepen worden toegepast. Een voorbeeld is radiofrequente ablatie, waarbij levermetastasen door hitte kunnen worden vernietigd met behulp van hoogfrequente stroompulsen door een sonde. In ieder geval adjuvans chemotherapie moet ook worden toegediend na een succesvolle operatie om het risico op verdere metastasen te verkleinen. Evenzo moeten regelmatige follow-uponderzoeken zeer serieus worden genomen om vroegtijdig therapeutische maatregelen te kunnen nemen als metastasen optreden.

Hoe kan pijn worden behandeld?

Voor tumor-gerelateerd pijn, een permanent pijntherapie bestaande uit een of meer medicijnen wordt tegenwoordig aanbevolen. De therapie wordt individueel op de patiënt afgestemd en streeft naar blijvende vrijheid van pijn voor de patiënt. Daarom is het belangrijk om de medicatie met regelmatige tussenpozen in te nemen om een ​​gelijkmatige effectiviteit te bereiken.

Deze zogenaamde basismedicatie wordt aangevuld met een pijnstiller die naar behoefte wordt ingenomen, die acuut kan worden ingenomen in geval van plotseling optredende ernstige pijn, de zogenaamde tumor-doorbraakpijn. Pijn therapie wordt in eerste instantie gestart met licht pijnstillers volgens de WHO (World Gezondheid Organisatie) stappenplan. Als deze niet voldoende zijn om de pijn te verlichten, worden sterkere pijnstillers gebruikt totdat een combinatie en dosis is gevonden waarmee de pijn succesvol onder controle kan worden gehouden.

Naast de klassieker pijnstillerskunnen andere medicijnen als ondersteuning worden gebruikt, zoals antidepressiva (ondersteunen de werking van de pijnstillers) of krampstillers (anticonvulsiva), die ook pijnstillende eigenschappen hebben. Bovendien moet bij sommige medicijnen rekening worden gehouden met mogelijke bijwerkingen. Vooral bij het nemen van morfine voorbereidende werkzaamheden, constipatie komt vaak voor, die met laxerende maatregelen moeten worden behandeld.