Immunoglobuline A (IgA): wat de laboratoriumwaarde betekent

Wat zijn de functies van immunoglobuline A?

Immunoglobuline A is primair verantwoordelijk voor de verdediging tegen ziekteverwekkers op het oppervlak van de slijmvliezen. Na de vorming ervan wordt het daarom voornamelijk vrijgegeven in secreties (vandaar ook wel “secretoir IgA” genoemd). Dit zijn bijvoorbeeld de afscheidingen van het maagdarmkanaal, de vagina, de neus en de bronchiën, maar ook traanvocht en moedermelk.

Normale waarden voor immunoglobuline A

Voor het IgA-gehalte in het bloedserum (totaal IgA) gelden, afhankelijk van de leeftijd, de volgende normale waarden:

  • 3 tot 5 maanden: 10 – 34 mg/dl
  • 6 tot 8 maanden: 8 – 60 mg/dl
  • 9 tot 11 maanden: 11 – 80 mg/dl
  • 12 maanden tot 1 jaar: 14 – 90 mg/dl
  • 2 tot 3 jaar: 21 – 150 mg/dl
  • 4 tot 5 jaar: 30 – 190 mg/dl
  • 6 tot 7 jaar: 38 – 220 mg/dl
  • 8 tot 9 jaar: 46 – 250 mg/dl
  • 10 tot 11 jaar: 52 – 270 mg/dl
  • 12 tot 13 jaar: 58 – 290 mg/dl
  • 14 tot 15 jaar: 63 – 300 mg/dl
  • 16 tot 17 jaar: 67 – 310 mg/dl
  • 18 jaar en ouder: 70 – 400 mg/dl

Voor IgA-niveaus in speeksel is het normale bereik 8 tot 12 mg/dl.

Wanneer is er sprake van een IgA-tekort?

Selectieve IgA-deficiëntie is de meest voorkomende congenitale immuundeficiëntie. Het wordt veroorzaakt door een gebrekkige ontwikkeling van bepaalde immuuncellen. De aandoening beïnvloedt de transformatie van B-cellen in plasmacellen, die feitelijk verantwoordelijk zijn voor de afgifte van IgA.

Verminderde immunoglobuline A wordt ook gevonden:

  • als gevolg van ernstige brandwonden,
  • bij nefrotisch syndroom (een vorm van nierbeschadiging),
  • bij exsudatieve enteropathie (eiwitverlies via het darmslijmvlies).

Wat zijn de symptomen van een aangeboren IgA-tekort?

In de meeste gevallen veroorzaakt een aangeboren immunoglobuline A-tekort geen symptomen. In sommige gevallen ontstaat er echter een verhoogde vatbaarheid voor infecties. Bovendien komen de volgende ziekten vaker voor bij patiënten met een aangeboren IgA-tekort:

  • auto-immuunziekten (zoals reumatoïde artritis of lupus erythematosus)
  • allergische conjunctivitis of ontsteking van het neusslijmvlies (conjunctivitis, sinusitis)
  • overgevoeligheid voor bepaalde voedingsmiddelen
  • neurodermitis
  • bronchiale astma

Wanneer is immunoglobuline A verhoogd?

Een verhoogd immunoglobuline A wordt bijvoorbeeld aangetroffen in:

  • chronische leverziekten (zoals cirrose, door alcohol beschadigde lever)
  • @ chronische infecties zoals HIV
  • auto-immuunziekten zoals coeliakie

In de meeste gevallen neemt bij deze ziekten niet alleen het niveau van IgA toe. Antilichamen zoals IgG of IgM kunnen ook verhoogd zijn.

Bij monoklonale gammopathie van het IgA-type is daarentegen alleen het niveau van IgA verhoogd. Bij deze ziekte is er een abnormale toename van een kloon van IgA.