Therapie | Chronische lymfatische leukemie (CLL)

Therapie

Helaas is genezing van deze ziekte momenteel niet mogelijk. De therapeutische strategieën zijn gericht op het verbeteren van de kwaliteit van leven (palliatieve therapie). Chemotherapie wordt hier ook gebruikt. In zeldzame gevallen wordt ook rekening gehouden met bestraling van bepaalde gebieden.

Voorspelling

Volgens de huidige kennis is chronische lymfatische leukemie niet te genezen met medicatie. Enkel en alleen beenmerg transplantatie vertegenwoordigt een mogelijke, maar risicovolle, curatieve, dwz geneesbare, therapeutische benadering. Desalniettemin zijn er de afgelopen jaren veel vorderingen gemaakt bij de behandeling van CLL.

In veel gevallen is een combinatie van chemotherapie en zogenaamde antilichamen kan de progressie van de ziekte aanzienlijk vertragen, zodat patiënten langdurig symptoomvrij kunnen blijven. Zoals bij elke ziekte is het echter erg moeilijk om algemeen geldige uitspraken te doen over de levensverwachting of prognose. Verschillende eigenschappen of kenmerken van chronische lymfatische leukemie maken het echter mogelijk conclusies te trekken over het beloop van de ziekte.

Deze zogenaamde "risicofactoren" kunnen bijvoorbeeld worden bepaald als markers in de bloed of als een kenmerk op de leukemiecellen zelf. Een verhoogde ß2-microglobulineconcentratie in de bloed is een nogal ongunstige factor en duidt op een snelle progressie van CLL. Het verlies of de vervanging van individuele gensegmenten van de leukemiecellen vertegenwoordigt een bijzondere situatie.

Vooral de zogenaamde "17p-deletie" en de "p53-mutatie" zijn relevant. Achter deze nogal omvangrijke termen gaan genetische veranderingen in de chromosomen van de leukemiecellen. Deze leiden tot een gedeeltelijk snelle, ongecontroleerde groei van de kanker cellen.

Als een van deze mutaties wordt gedetecteerd bij een CLL-patiënt, worden daarom in een vroeg stadium agressievere medicijnen gebruikt. Naast de kenmerken van chronische lymfatische leukemie op zich, de algemene voorwaardespelen leeftijd en eerdere ziektes van de getroffen persoon natuurlijk ook een belangrijke rol. Daarom zijn alle mogelijke bijkomende ziekten, zoals hoge bloeddruk or suikerziekte, zijn uitgesloten vóór de behandeling.

Daarnaast een analyse van talrijke laboratoriumwaarden wordt uitgevoerd om bijvoorbeeld mogelijk verminderd te detecteren nier or lever functie. Niet te vergeten zijn bijvoorbeeld de leeftijd, maar ook het fysieke geschiktheid van de patiënt. Immers, hoe 'fitter' de patiënten zijn bij de eerste diagnose, hoe groter de kans dat ze de chemo- en antilichaamtherapie, die rijk is aan bijwerkingen. De Binet-faseclassificatie dient ook als grove leidraad voor de prognose. In principe kan echter alleen de behandelende arts individuele uitspraken doen over de prognose en levensverwachting van de patiënten.

Regie

Om een ​​uniforme en algemeen geldige classificatie van chronische lymfatische leukemie te garanderen, hebben artsen in Europa overeenstemming bereikt over de zogenaamde "Binet-classificatie". Hiervoor is CLL opgedeeld in 3 fasen (AC). Om het podium te bepalen, alleen a bloed en weefselvocht knooppuntonderzoek is vereist.

In wezen spelen de stadia een belangrijke rol, vooral voor het begin van de therapie. Patiënten in stadium A worden dus alleen in uitzonderlijke gevallen behandeld. Patiënten in stadium B krijgen therapie zodra ze symptomen voelen.

Stadium C wordt al gevorderd chronisch lymfatisch genoemd leukemie​ Deze patiënten worden in de regel altijd behandeld. Het is ook waar dat de levensverwachting afneemt naarmate het stadium toeneemt.

Minder gebruikelijk, maar zeker toegepast, is het etappeklassement volgens Rai. In tegenstelling tot de stadia volgens Binet, kan elke vergroting van de lever or milt is hier ook opgenomen. Stadium 0: Exclusief verhoogde lymfocyten (subtype witte bloedcellen) Stadium 1: + vergrote lymfeklieren Stadium 2: + vergroting van de lever en / of milt Stadium 3: + tekort aan rode bloedcellen (anemie) Stadium 4: + tekort aan bloedplaatjes