Medische geschiedenis (ziektegeschiedenis) vormt een belangrijk onderdeel bij de diagnose van syncope of collaps.
Familiegeschiedenis
- Is er sprake van een overlijden van een familielid jonger dan 30 jaar?
- Plotselinge hartdood in het gezin?
Sociale Geschiedenis
- Zijn er aanwijzingen voor psychosociale stress of overbelasting als gevolg van uw gezinssituatie?
Actueel medische geschiedenis/ systemische geschiedenis (somatische en psychische klachten) [voorgeschiedenis van derden, indien van toepassing].
- Wanneer trad het bewustzijnsverlies * op? Hoe lang was je bewusteloos?
- Is de bewusteloosheid meer dan eens voorgekomen? Zo ja, hoe vaak? Wanneer was de laatste keer?
- In welke context vond de bewusteloosheid plaats?
- Flauwvallen zonder waarschuwing? of
- Waren er aankondigende symptomen?
- Epileptische aura zoals déjà vu (geheugenillusie waarin iemand gelooft dat hij eerder een huidige gebeurtenis heeft meegemaakt)?
- Ongemak / misselijkheid?
- Zweten?
- Zwakte in de benen?
- Slaperigheid?
- Waren er afwijkingen tijdens de aanval?
- Gesloten ogen
- Onregelmatige spiertrekkingen
- Ritmische krampachtige mictie
- Urine uitgang
- Heeft u nog andere klachten opgemerkt, zoals:
- Duizeligheid?
- Hartkloppingen?
- Pijn op de borst *?
- Kortademigheid *?
- Rusteloosheid?
- Braken?
- Tongbeet?
- Botbreuken
- Aanvullende informatie over het verloop van de gebeurtenissen moet worden verkregen via een waarnemer, zoals inzakken, omvallen, duur van bewusteloosheid, ademhalingspatroon, cyanose (blauw-rode verkleuring van de huid), blozen (roodheid van het gezicht), spierspanning, toevallen
Vegetatieve anamnese incl. voedingsanamnese.
Zelfanamnese incl. medicatie anamnese.
- Reeds bestaande voorwaarden (tumor ziekten, hart- en vaatziekten, intoxicaties (vergiftigingen), bloed stollingsstoornissen, verwondingen; bedlegerigheid).
- Operations
- Allergieën
Medicatiegeschiedenis
- Acetylcholinesteraseremmers (AChE-remmers).
- Angiotensinereceptor neprilysine-antagonisten (ARNI) - dubbele geneesmiddelcombinatie: sacubitril/valsartan.
- Antiaritmica - amiodaron (QT-verlenging).
- Antidepressiva - tricyclische antidepressiva.
- Antihypertensiva - alfablokkers (drugs die werken als antagonisten op α1- en α2-adrenoceptoren om de effecten van epinefrine en noradrenaline), bètablokkers.
- diuretica
- Dopamine-agonisten
- Nitraten
- pentamidine
- Prostacycline-analogen - epoprostenol, iloprost, treprostinil.
- Psychotrope geneesmiddelen die het QT-interval verlengen.
- Vaatverwijders
* Als deze vraag met "Ja" is beantwoord, is een onmiddellijk bezoek aan de dokter vereist! (Gegevens zonder garantie)