Symptomen | Gebroken pols

Symptomen

Klassieke symptomen van een gebroken pols zijn druk pijn met de volgende zwelling en pijnbestraling. In de regel de klassieker breuk borden zijn herkenbaar. Naast dislocatie, dat wil zeggen verschuiven, gaat het onder meer om stapvorming, beschadiging van zacht weefsel, abnormale mobiliteit en de aanwezigheid van crepitaties ('knarsend geluid' in de breuk Gebied).

Natuurlijk, het karakter en de lokalisatie van pijn hangt af van welk bot van de pols is kapot. Sinds een breuk kan ook van invloed zijn zenuwen, is het niet ongebruikelijk dat tintelingen en sensaties optreden in de vingers of in bepaalde delen van de hand. Daarnaast is de mobiliteit beperkt en is er een gevoel van instabiliteit.

Na een breuk neemt de getroffen persoon vaak een zachte houding aan van de hand waarin de pijn is minder onaangenaam. Afgezien van deze positie kunnen er echter ook bijzondere foutieve houdingen optreden bij fracturen van de radius. Als een botfragment van de straal in de richting van de duim wordt verplaatst, resulteert dit in een verkeerde positie van de hand ten opzichte van de onderarm, de zogenaamde bajonetstand. Als het fragment echter naar de extensorzijde wordt verplaatst, wordt het geheel een Fourchette-malpositie genoemd.

Therapie

Zoals in de meeste gevallen zijn er 2 behandelingsopties. Een van beide behandelt een pols breuk conservatief of door een operatie. Conservatieve behandeling betekent correctie (reductie) gevolgd door immobilisatie met een gips gips.

Als de breuk niet ontwricht is, dwz niet verplaatst, a gips cast kan zonder operatie worden aangebracht. Immobilisatie met een gips geeft de benige structuren voldoende stabiliteit en tijd om weer goed aan elkaar te groeien. In de meeste gevallen wordt een draagperiode van 4-6 weken voorgeschreven. Om ervoor te zorgen dat de botfragmenten goed samen groeien, regelmatig Röntgenstraal controles moeten worden uitgevoerd.

Dit zal helpen om mogelijke verschuivingen of verkeerde posities, bijv. Als gevolg van te vroeg laden, tijdig op te sporen en permanente onaanpassing te voorkomen. Net als het gips streeft ook spalken het doel na om fractuurgenezing te bereiken door middel van immobilisatie. Zodra een pols fractuur is onstabiel of het is mogelijk een open en / of verbrijzelde fractuur, conservatieve behandeling is niet langer voldoende en chirurgische therapie is geïndiceerd.

Er zijn verschillende vormen van osteosynthese mogelijk: externe fixator, draden, schroeven of plaatosteosynthese. De eerstgenoemde variant wordt eigenlijk alleen gebruikt bij open fracturen met weke delen letsel en polytrauma. De externe fixator is, zoals de naam suggereert, een vasthoudsysteem (“fixator”) van buitenaf (“extern”).

Hier worden schroeven voor reductie en retentie op ten minste 2 punten, bijvoorbeeld in de radius, bevestigd om ze extern te verbinden via een krachtdrager, meestal een stijve metalen staaf. Een pols fractuur wordt veel vaker behandeld met draden of platen. Een breuk van de radius zonder grote verplaatsing en zonder betrokkenheid van het gewrichtsoppervlak wordt verkleind en gefixeerd met draden, meer precies met zogenaamde Kirschner-draden.

Het voordeel van draden is dat het een minimaal invasieve procedure is, omdat de draden aan een enkel punt zijn bevestigd. Bij deze variant is het echter belangrijk ervoor te zorgen dat de arm en pols vervolgens worden geïmmobiliseerd met een gipsverband, aangezien de draden beweegbaar zijn en daarom geen volledige stabilisatie kunnen garanderen. Dit gaat gepaard met het risico dat het bewegingsbereik een nieuwe verplaatsing kan veroorzaken.

Immobilisatie en bescherming is hier dan ook erg belangrijk. De laatste en meest gebruikte optie is om de distale radius fractuur met een handpalm (aan de palmzijde) hoekige stabiele plaat. De plaat is bevestigd met schroeven aan de flexiezijde.

In tegenstelling tot de behandeling met Kirschner-draden is deze ingreep invasiever en kan daarom niet poliklinisch worden uitgevoerd, wat wel mogelijk is met Kirschner-draden. Een groot voordeel van de volaire, hoekige stabiele plaat is het vroege functionele laadvermogen, dat in vergelijking met alle andere vormen van osteosynthese zonder gips kan worden uitgevoerd. EEN schippersbotje breuk kan zowel conservatief als chirurgisch worden behandeld.

Er zijn heel speciale schroeven voor chirurgische therapie, zogenaamde Herbert-schroeven. Het bijzondere van de Herbert-schroef is de aanwezigheid van een dubbele schroefdraad aan elk uiteinde, zodat de schroef volledig in het bot moet worden verzonken. Zelfs als de schroef voor een goede stabiliteit zorgt, moet er daarna een gipsverband worden gedragen.