Scheenbeen kneuzing

Introductie

Het scheenbeen wordt in medische terminologie het scheenbeen genoemd. Het is een lang buisvormig bot van de onderste been. Nog een bot van de lagere been is de fibula, die veel smaller is dan de tibia en lateraal buiten de tibia ligt.

Aan het proximale uiteinde van het scheenbeen, dus aan het uiteinde van het bot verder naar het midden van het lichaam, bevindt zich een zogenaamd tibiaplateau (lat. Tibiaplateau). Dit is de basis voor belangrijke structuren van de kniegewricht, namelijk de kruisbanden en de menisci.

Bovendien is het scheenbeen verbonden met de dij bot (lat. femur) via het plateau, zodat het betrokken is bij de vorming van de kniegewricht. Omdat het een buisvormig bot is, heeft het scheenbeen een lange schacht.

Dit is de prominente plaats van het scheenbeen blauwe plek en ook de oorsprong en aanhechting van de spieren van de onderste extremiteit. Het distale deel van het scheenbeen, dwz het deel van het bot dat verder weg is van het midden van het lichaam, is betrokken bij de vorming van het bovenste enkel gewricht. Een kneuzing is een laesie die gepaard gaat met zwelling en blauwe plekken als gevolg van externe kracht.

In medisch jargon, de blauwe plek staat ook bekend als een kneuzing (lat. contusio). De kneuzing kan verschillende organen aantasten, waardoor onderscheid wordt gemaakt tussen spier-, gewrichts- of botcontusie.

In ons geval van een kneuzing van het scheenbeen is het natuurlijk een kneuzing van het bot. De verschillende kneuzingen hebben gemeen dat ze gepaard gaan met oedeemvorming door lymfevloeistof en bloed lekken uit het kleinste bloed schepen (haarvaten). Plaatsen met aanleg voor een kneuzing van het bot zijn over het algemeen plaatsen waar de botstructuren relatief oppervlakkig zijn.

Daarom is het scheenbeen een typische plaats van manifestatie van een kneuzing van het scheenbeen. Zoals iedereen uit eigen ervaring weet, zit er maar een dun laagje huid over het scheenbeen. Het gemakkelijk voelbare botgedeelte van het scheenbeen dat onder de huid ligt, wordt "Margo anterior" genoemd, een voorste rand van het bot.

Dit is een botpunt dat de middelste en laterale botoppervlakken van het scheenbeen scheidt. De schacht heeft in totaal 3 botzijden: een middelste, een laterale en een posterieure zijde. Het gebied tussen de rand van het bot en de huid is zo dun omdat er nauwelijks vet of spierweefsel in dit gebied zit, dat zou kunnen dienen als een buffer of een soort van schokken absorber om te beschermen tegen blauwe plekken op het scheenbeen. Het feit dat de dunne huid zeer goed geïnnerveerd is, maakt ook een scheenbeen blauwe plek een zeer pijnlijke gebeurtenis.