Pulmonale hypertensie: test en diagnose

Laboratoriumparameters van de eerste orde - verplichte laboratoriumtests.

  • Klein aantal bloedcellen
  • Ontstekingsparameters - CRP (C-reactief proteïne).
  • Nuchter glucose (nuchtere bloedsuikerspiegel)
  • Bloedgasanalyse (BGA)
  • Hooggevoelig hart troponine T (hs-cTnT) of troponine I (hs-cTnI) - bij verdenking op myocardinfarct (hart- aanval).
  • D-dimeer - voor vermoed trombose of pulmonaal embolie.
  • NT-proBNP (N-terminaal pro-hersen natriuretisch peptide) - als hartfalen (hartinsufficiëntie) wordt vermoed; ook een prognostische parameter bij pulmonale hypertensie
  • Coagulatieparameters - PTT, Quick

Laboratoriumparameters 2e orde - afhankelijk van de resultaten van de geschiedenis, fysiek onderzoek, enz. - voor differentiële diagnostische verduidelijking.