Psychomotoriek: behandeling, effecten en risico's

De beweging van een persoon wordt beïnvloed door verschillende mentale processen, zoals concentratie of emotionaliteit. Deze causale interactie wordt psychomotorische activiteit genoemd.

Wat is psychomotorische therapie?

De term "psychomotoriek" omvat de eenheid van motorische en mentale processen, en de term "psychomotoriek" beschrijft de bevordering van ontwikkeling met behulp van beweging, die tegenwoordig steeds wijdverspreider wordt. Er zijn verschillende scholen van psychomotoriek die de nadruk leggen op het samenspel van psychologische ervaring en de ontwikkeling van perceptie en motorische vaardigheden. De individuele scholen vertegenwoordigen verschillende aannames over de ontwikkeling van bewegingsstoornissen. Deze concepten streven verschillende accenten na en worden ook samengevat onder de termen mototherapie, motopedie, motopedagogiek, beweging. therapie of bewegingspedagogie. Het uitgangspunt van psychomotoriek is dat de ontwikkeling van de persoonlijkheid altijd holistisch moet worden opgevat. Dit betekent dat fysieke en psychologische gebieden met elkaar verbonden zijn en bewegingservaringen altijd als zelfervaringen moeten worden opgevat. De houding van een persoon zegt bijvoorbeeld altijd iets over zijn of haar mentale toestand. Dat geldt ook voor kinderen: bewegingen hebben niet alleen invloed op hun motorische vaardigheden, maar ook op hun perceptie van hun eigen kunnen. Vooral bij kinderen zijn rationele, emotionele en mentale processen zeer sterk met elkaar verbonden. Zo komen emoties ook tot uiting door beweging, waardoor bijvoorbeeld bewegingsgames veel gemakkelijker in contact komen met kinderen. De term "psychomotoriek" omvat daarom de eenheid van motorische en mentale processen, en de term "psychomotoriek" beschrijft de bevordering van ontwikkeling met behulp van beweging, die tegenwoordig steeds wijdverspreider wordt. Ernst Kiphard wordt beschouwd als de voorvader van psychomotoriek, wiens sportprogramma's voor agressieve kinderen en kinderen met gedragsproblemen een positief effect hadden op hun emotionele ontwikkeling. Volgens Kiphard zijn motorische afwijkingen bij kinderen met gedragsproblemen het gevolg van minimale cerebrale disfunctie. Dit resulteert in tekorten op het gebied van beweging of waarneming en vervolgens hyperactiviteit, motorische rusteloosheid, concentratie stoornissen of geremd gedrag. Volgens Kiphard is het echter mogelijk om de persoonlijkheid van kinderen en adolescenten door motorische activiteit te stabiliseren en te harmoniseren. Zo gebruikte Kiphard de trampoline om te trainen coördinatie en beweging.

Functie, effect en doelen

Het concept van Kiphard werd echter als te tekortgeoriënteerd beschouwd en evolueerde uiteindelijk, waardoor het standpunt van het kind op de voorgrond kwam. Er ontstonden nieuwe benaderingen, zoals de kindgerichte benadering volgens Meinhart Volkamer of Renate Zimmer. Deze benadering is vergelijkbaar met het toneelstuk van Virginia Axline therapie en is bedoeld om kinderen zowel een sociale ervaring als een bewegingsruimte te bieden, zodat ze door beweging leren hun problemen uit te drukken en te overwinnen. De bewegingservaringen zijn slechts licht gecontroleerd en hebben tot doel het zelfbeeld van de kinderen te versterken. De competentiegerichte benadering stelt dat kinderen met bewegingsstoornissen ook psychische problemen ontwikkelen om het gebrek aan bewegingsgedrag te compenseren. De competentiegerichte benadering ziet agressiviteit bijvoorbeeld als een uiting van een probleem op motorisch gebied. In deze context kan psychomotoriek helpen om vervolgens bewegingscompetenties op te bouwen. Jürgen Seewald daarentegen is een vertegenwoordiger van de begripvolle benadering van psychomotoriek. Hij ontwikkelde zogenaamde relatie- of lichaamsthema's van de kinderen, met behulp waarvan de oorzaak van de problemen kan worden herkend. In een psychomotorische setting kunnen deze moeilijkheden vervolgens worden verwerkt en overwonnen. Marion Esser vertegenwoordigt een benadering die dieptepsychologisch georiënteerd is. Voor haar is beweging ook innerlijke beweging, met gestaltpsychologie, ontwikkelingspsychologie en psychoanalyse als theoretische grondslagen. Systemische psychomotoriek begrijpt psychomotorische ontwikkeling als een aanpassing aan de respectieve sociale omgeving. Daarom moeten interpersoonlijke relaties ook worden onderzocht en behandeld bij kinderen met motorische afwijkingen. De verschillende benaderingen van psychomotoriek worden voornamelijk gebruikt in de kinder- of jeugdpsychiatrie. Het gebruik van de respectieve psychomotorische school hangt af van de psychomotoriek die het werk uitvoert. Het doel is om een ​​zo holistisch mogelijke aanpak te realiseren om de kinderen en jongeren op een relatief breed niveau hulp te kunnen bieden. Psychomotorische therapieën worden vaak betaald door volksgezondheid verzekeringsmaatschappijen. Ze worden voornamelijk uitgevoerd in psychomotorische praktijken, maar elementen ervan zijn ook terug te vinden in het werk van logopedisten, ergotherapeuten of fysiotherapeuten. Er zijn ook aanbiedingen in kleuterscholen en op het gebied van schoolsport, maar psychomotoriek wordt ook gebruikt in het speciaal en orthopedagogisch onderwijs, waar kinderen en adolescenten met fysieke, mentale of emotionele beperkingen worden opgevangen. Deze hebben vaak problemen op het gebied van cognitie, communicatie, emotie, motorische en sensorische functies, die positief kunnen worden beïnvloed door psychomotorische maatregelen​ Inmiddels zijn er ook veel onderzoeksresultaten die laten zien hoe belangrijk waarneming en beweging voor zijn vroege kinderjarenontwikkeling, vooral op het gebied van cognitie, sociaal gedrag, taalontwikkeling en emotionaliteit. In de psychomotoriek worden bijvoorbeeld apparatuur zoals rolborden, balansgyroscopen of waterfietsen gebruikt. Deze zijn gericht op de evenwicht en zijn zeer geschikt voor de promotie van kinderen met ontwikkelingsproblemen. De manier waarop de kinderen de apparatuur ontdekken, is erg belangrijk. Belangrijke inhoud van psychomotoriek zijn daarbij:

  • Zelf- en lichaamservaringen zoals fysieke expressie of zintuiglijke ervaringen.
  • Materiële ervaringen en leren over de beweging
  • Sociale ervaringen zoals communicatie met behulp van beweging
  • Regelspellen met spelregels die zijn aangepast aan een specifieke situatie.

Risico's, bijwerkingen en gevaren

Psychomotorisch therapie brengt geen gevaren met zich mee, maar streeft ernaar kinderen zo vroeg mogelijk te promoten om het risico op eventuele beperkingen of aandoeningen te verkleinen. Daarbij moeten de vaardigheden van kinderen worden versterkt en risicofactoren geminimaliseerd.